donderdag 7 januari 2021
In Nederland liggen tienduizenden hectares grasland die voor flora en fauna beheerd worden. In het project Weide Hommelrijk hebben we gekeken naar de hommelrijkdom in Nederlandse graslanden en geprobeerd inzicht te krijgen in het effect van het huidige beheer van deze gebieden op de hommelrijkdom. Deze kennis is nodig om herstel van hommelpopulaties in Nederlandse graslanden mogelijk te maken.
In het project Weide Hommelrijk hebben De Vlinderstichting en EIS Kenniscentrum Insecten onderzocht wat de betekenis is van, met een natuurdoelstelling beheerde, graslanden voor hommels. Hommels hebben het moeilijk in ons land. Bloemrijke graslanden zijn van oudsher een belangrijk leefgebied voor hommels, maar onder andere doordat zulke graslanden steeds schaarser worden, zijn diverse hommelsoorten afgenomen. In Weide Hommelrijk is onderzoek gedaan naar de hommels in verschillende graslandtypen: vochtig hooiland, kruiden- en faunarijk grasland en vochtig weidevogelgrasland. In 2018 zijn elf gebieden met deze graslandtypen in Zuid-Holland onderzocht, waarbij breder is gekeken naar bloembezoekende insecten: bijen, zweefvliegen en dagvlinders. Daaruit blijkt dat weidevogelgraslanden een kleiner aantal en minder soorten bloembezoekende insecten herbergen dan vochtige hooilanden en kruiden- en faunarijke graslanden. Verrassend is dit niet: de vochtige weidevogelgraslanden worden voor weidevogels beheerd en dat betekent bijvoorbeeld dat het maaibeheer wordt uitgesteld tot na het broedseizoen, maar dat er daarna grootschalig wordt gemaaid en eveneens wordt bemest. Beide maatregelen zijn niet gunstig voor bloembezoekende insecten.
In 2019 is een viertal natuurgebieden van Natuurmonumenten onderzocht op hommels in dezelfde graslandtypen en daarnaast bermen: in het Eemland (Ut), de Laagjes (ZH), de Wieden (OV) en het Wormer- en Jisperveld (NH). Daaruit komt wederom naar voren dat weidevogelgraslanden hommels vrij weinig te bieden hebben en dat de aantallen en soortenrijkdom in vochtige hooilanden en bermen aanzienlijk hoger zijn. Het beheertype ‘kruiden- en faunarijk grasland’ scoort in deze metingen eveneens slecht voor hommels.
Tijdens de veldbezoeken voor Weide Hommelrijk werden twee zeldzame hommelsoorten waargenomen in de graslanden. Zo werd de zeldzame moshommel volop aangetroffen in het Wormer- en Jisperveld en op enkele locaties in de Wieden - en dat was nog niet bekend - en de ernstig bedreigde zandhommel met één exemplaar in de Laagjes bij Zuid-Beijerland.
Hoe kan het beheer in de graslanden verbeteren zodat hommels en andere insecten zich er meer thuis voelen? Elk graslandtype is anders en kent eigen kansen en uitdagingen voor het beheer. Het is in ieder geval van belang om te zorgen voor dagelijks voldoende voedselaanbod in het landschap van maart tot en met oktober. Elke dag opnieuw moeten hommels voor zichzelf en hun nest voldoende voedsel verzamelen. Laat dus stukken grasland ongemaaid tot in de nazomer, in ieder geval daar waar er bloeiende planten in het grasland aanwezig zijn. In het rapport worden nog meer maatregelen genoemd en deze kennis zal worden verspreid onder de beheerders van deze graslanden zodat er nog beter leefgebied ontstaat voor hommels en andere bloembezoekers.