maandag 25 augustus 2014
In het weekend van 9 en 10 augustus hebben tientallen vlindertellers het slechte weer getrotseerd om argusvlinders in kaart te brengen. De harde wind en vooral op zondag veel regen hebben de resultaten behoorlijk beïnvloed. Desondanks konden nog een paar honderd argusvlinders genoteerd worden.
Op zaterdag 9 augustus was het in grote delen van het land nog zonnig. Wel stond er een stevige wind, in de kustprovincies zeker kracht 6 Beaufort of meer. Dat is niet ideaal om vlinders te tellen, maar op windluwe plekjes waren vlinders zeker actief. Zondag 10 augustus viel behoorlijk in het water, omdat vanuit het zuidwesten zware regen- en onweersbuien het land introkken. Uren achtereen was het uitermate nat en dus absoluut geen weer om argusvlinders te tellen. Veel tellers berichten dan ook dat ze onder slechte omstandigheden geteld hebben of helemaal niet aan tellen zijn toegekomen. Tientallen mensen hebben het wel geprobeerd, en geregeld met resultaat. In totaal zijn tenminste 215 kilometerhokken onderzocht. In 85 daarvan zijn argusvlinders gezien, 267 exemplaren in totaal. Dat betekent dat in 130 vierkante kilometer wel geteld is, maar geen argusvlinder gevonden kon worden. Door het slechte weer kan zo’n nulwaarneming twee dingen betekenen: 1) er waren wel argusvlinders, maar door het slechte weer lieten ze zich niet zien; of 2) er zitten echt geen argusvlinders in het betreffende kilometerhok. Het laat zich raden dat dit onderscheid lastig te maken is. Bij deze resultaten moeten we wel benadrukken dat het om voorlopige gegevens gaat; er komen nog steeds gegevens binnen via diverse kanalen.
In het Noord-Hollands Duinreservaat werden de meeste argusvlinders gezien, 29 in een vierkante kilometer. Tijdens de telling in mei was de dichtheid juist het hoogst in de Kennemerduinen, waar er toen 65 werden geteld in een kilometerhok. Opvallend is wel dat het beide keren in de Noord-Hollandse duinen goed raak was. Hier huist dus nog een flinke populatie argusvlinders. Omdat de piek van de vliegtijd tijdens het telweekend in augustus al voorbij was, werden er op andere plekken in west-Nederland maar weinig argusvlinders gezien. Zelfs in hele goede argusvlindergebieden werden er zelden meer dan tien geteld. Net als in mei was ook nu het oosten van Nederland zo goed als leeg. In het rivierengebied werden de meest oostelijke argusvlinders gezien in de Betuwe bij Lienden. We willen alle waarnemers en Waarneming.nl hartelijk bedanken voor de inzet. De Vlinderstichting gebruikt de gegevens van beide telweekenden om de argusvlinder gericht te beschermen. Leidraad daarvoor is het beschermingsplan argusvlinder wat deze zomer is opgesteld. We werken nu aan projecten voor onderzoek en concrete bescherming in gebieden waar nog argusvlinders voorkomen. We willen alle tellers en Waarneming.nl hartelijk danken voor de medewerking. Hoewel de argusvlinders momenteel niet meer vliegen, kan een kleine derde generatie vanaf half september weer gezien worden. Wij blijven ze met argusogen volgen!