maandag 16 december 2024
De grote vos is een van de weinige vlinders die de laatste jaren in aantal en verspreiding door het land toeneemt. Nu zitten ze weggekropen in holle bomen en in houtstapels, maar in februari verschijnen de eerste alweer. Het is de week van de grote vos.
Het gaat niet goed met de vlinders en veel soorten zien we jaar in jaar uit achteruit gaan, zowel in aantal als in de verspreiding. Toch geldt dit niet voor alle vlinders en met name bosvlinders nemen juist toe. De grote vos (Nymphalis polychloros) is daar een van. Rond 2000 waren er maar sporadisch meldingen in ons land en we gingen ervan uit dat dit zwervers waren uit het buitenland. Inmiddels is de vlinder op de zandgronden in de oostelijke helft van het land en in de duinen zeer regelmatig te zien en is er sprake van voortplanting op honderden plekken.
De grote vos overwintert als vlinder en zit nu dus in winterslaap ergens weg gekropen. De winterschuilplaatsen zijn koel en donker. Vooral plaatsen met oud hout worden gebruikt. Voorbeelden zijn stapels hout, holle bomen of oude, houten schuurtjes. De eerste vlinders kunnen op een warme dag in februari te voorschijn komen. In het voorjaar verdedigen de mannetjes een territorium op een warme open plek nabij de bosrand. Vooral´s middags vliegen ze laag boven de grond met korte, snelle vleugelslagen en glijvluchten.
Vrouwtjes zonnen veel, soms op één tot twee meter hoogte op boomstammen, soms lager op stenen of afgezaagde boomstronken. Als een vrouwtje door een mannetje wordt ontdekt, vliegt ze meteen weg. Het mannetje volgt haar op korte afstand totdat ze weer gaat rusten. Vervolgens vliegen ze samen verder in een golvende vlucht. Deze balts kan enkele uren duren en uiteindelijk vindt de paring plaats op een boomstam of in de strooisellaag. De waardplant waar de rupsen op leven is vooral iep, maar ook zoete kers, populier en sommige wilgensoorten worden ook gebruikt. Een vrouwtje dat eitjes wil afzetten, vliegt rond de bovenste takken van hoge, vrijstaande bomen. Het vrouwtje zet de eitjes in groepjes van enkele tientallen tot soms wel driehonderd bij voorkeur af rondom slanke, jonge eindloten.
De eerste vlinders van de nieuwe generatie verschijnen in juni en zijn vooral te vinden op zonnige plaatsen op boomstammen. Ze drinken veel om voldoende reserves op te bouwen voor de winter. Ze voeden zich met sap van bloedende bomen, sap van rottend fruit of druppels honingdauw. De meeste grote vossen gaan kort na het uitkomen, vroeg in de zomer, alweer in winterrust. De laatste actieve vlinders worden in september gezien. De grootste trefkans om grote vossen te zien heb je in het (vroege) voorjaar, in maart en april. Dan zijn de vlinders zeer actief en opvallend. Dus nog even een maand of twee geduld.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting en SoortenNL
Foto’s: Kars Veling; Butterfly Conservation Europe
Kaartje: NDFF
Week van de kleine heivlinder
14-okt-2024
Week van de heivlinder
12-aug-2024
Week van de paardenbijter
29-jul-2024
Week van het bruin zandoogje
10-jun-2024