woensdag 23 augustus 2017
De oproep van LTO Noord aan boeren om te klagen over bermbeheer is polariserend en uitermate slecht voor planten en dieren in het agrarisch gebied. In veel agrarische landschappen in Nederland vormen bermen een laatste refugium voor graslandinsecten en planten. Intensiever beheer in functie van ‘probleemonkruiden’ geeft biodiversiteit in het agrarisch gebied het laatste zetje richting uitsterven.
Op 1 augustus riep LTO Noord in een nieuwsbericht over bloeiende bermen op om een niet gedefinieerde groep ‘probleemonkruiden’ intensief te bestrijden. Met een voorbeeldbrief wordt het boeren uiterst eenvoudig gemaakt om te klagen bij gemeenten en andere terreinbeheerders. Dit ongenuanceerde bericht roept irritatie op bij diverse natuurorganisaties, waaronder De Vlinderstichting en FLORON. Er is geen enkel overleg met ons bekende terreinbeheerders geweest, noch met natuurorganisaties, die veel kennis over bermen en bermbeheer in huis hebben. Er is daarom contact geweest tussen De Vlinderstichting en LTO Noord, waarin De Vlinderstichting een aanbod heeft gedaan om de kwestie verder te bespreken in een persoonlijk gesprek. LTO heeft dit aanbod wekenlang genegeerd.
Bloemrijke bermen zijn in agrarische landschappen van groot belang voor flora en fauna. Ze vormen de laatste stukken leefgebied in verder veelal ongeschikt agrarisch terrein. Daar waar agrarisch natuurbeheer wordt toegepast, bijvoorbeeld bloemrijke akkerranden, fungeren de bloeiende bermen als brongebied waaruit insecten de akkerranden kunnen bezoeken. Zonder bloeiende bermen zijn maatregelen als akkerranden veel minder effectief. Voor zover wij weten is het ook in belang van agrariërs dat agrarisch natuurbeheer effect heeft op doelsoorten en niet te vergeten op ecosysteemdiensten als bestuiving en natuurlijke plaagbestrijding. Met een oproep tot het bestrijden en intensiever maaien van bermen, raakt LTO dus de basis van effectief agrarisch natuurbeheer.
Maar dat is nog niet alles. Het ontbreekt LTO desgevraagd aan gegevens die ondersteunen dat probleemonkruiden inderdaad een veel voorkomende kwestie zijn in het Nederlands agrarisch landschap (om hoeveel meldingen het gaat weet LTO ook niet). Bovendien kan LTO niet inzichtelijk maken waaruit de genoemde schade bij boeren bestaat en evenmin om welke bedragen het gaat. Laat staan dat bermen de bron zijn van die schade. In de Leeuwarder Courant van 19 augustus haalt regiovoorzitter Trienke Elshof van LTO Noord er zelfs de nieuwe EU verordening van invasieve exoten bij, daarbij vergetend dat gewone berenklauw en jakobskruiskruid inheemse en niet-invasieve planten zijn.
Dat het ook anders kan bewijzen talloze lokale initiatieven waarbij boeren samen met terreinbeheerders of gemeenten afspraken maken over goed bermbeheer. In het project ‘Mijn berm bloeit!’ van FLORON en De Vlinderstichting worden bloemrijke en minder bloemrijke bermen gemeld en geïnventariseerd op het voorkomen van planten en vlinders. Gebaseerd op deze gegevens kunnen wij op termijn het gesprek aangaan met terreineigenaren om te verkennen hoe zij het beheer voor flora en fauna kunnen verbeteren. Er zijn dus volop mogelijkheden die LTO kunnen inspireren tot een betere en meer constructieve aanpak. Wij roepen LTO Noord dan ook op om hun nieuwsbericht in te trekken en de handschoen voor een constructief gesprek op te pakken. Alleen gezamenlijk kunnen we bloemrijke bermen behouden voor mens, plant en dier.
Maaien tegen de klippen op
27-nov-2024
Webinar: Vergroenen? Verkleuren!
26-sep-2024