maandag 15 april 2019
Bijna iedereen heeft inmiddels wel vlinders gezien. Citroenvlinders en de andere overwinteraars waren er al in die warme periode in februari en zijn de afgelopen weken aangevuld met de wat latere vlinders, die als pop hebben overwinterd. Welke vlinders komen er nog aan in de komende weken? Een handige tool van De Vlinderstichting geeft de dagvlinderverwachting.
Wanneer vlinders vliegen, is afhankelijk van het weer. Bij koud, bewolkt en winderig weer zal je geen vlinders zien vliegen. Maar zelfs als het prachtig zonnig en warm weer is zie je niet alle dagvlinders die in een gebied voorkomen. Vlinders hebben een relatief beperkte vliegtijd, die varieert van enkele weken tot enkele maanden. Die vliegtijd geldt voor vlindersoorten, want de meeste vlinderindividuen leven maar een paar dagen tot hooguit enkele weken. Er zijn vlindersoorten die twee en zelfs drie generaties per jaar hebben. Deze kun je soms het hele jaar door zien, omdat de generaties overlappen. De allerlaatste vlindertjes van de ene generatie zijn er nog, terwijl de hele vroege van de volgende generatie al tevoorschijn komen. Wanneer de vlinders uit de pop komen en gaan vliegen is afhankelijk van een aantal zaken. De ontwikkeling als rups en pop is afhankelijk van temperatuur. Als het warm is gaat deze sneller, dan wanneer het koud is. Ook het aantal zonne-uren is van belang. Door te kijken naar de optelling van de temperatuur en het aantal zonne-uren tijdens de ontwikkeling kun je een inschatting maken van de vliegtijd. Deze inschatting is te vinden op de website van De Vlinderstichting en wordt steeds aangepast met de laatste weersgegevens. Je zult zien dat na een paar warme en zonnige weken de verwachte vliegtijd dagen naar voren is verschoven, terwijl na een koudeperiode deze dagen later is.
In bovenstaand screenshot is de verwachting te zien zoals deze was op 12 april, afgelopen vrijdag dus. We zien dat de vier vlinderoverwinteraars, kleine vos, citroenvlinder, dagpauwoog en gehakkelde aurelia al op of over hun top heen zijn. Vervolgens zien we twaalf soorten die nu ‘net’ beginnen. Van deze vlinders is nu tussen 2% en 10% van de vlinders actief. Boomblauwtje en bont zandoogje zijn al redelijk veel aanwezig en die zitten dan ook in de voorspelling al dichtbij de categorie tussen 11% en 25%. Voor soorten als koninginnenpage en landkaartje geldt dat ze er al wel zijn, maar dat de piek nog even op zich zal laten wachten. In deze voorspelling lijk dit jaar de piek van het oranjetipje weer rond 30 april te liggen, de vroegere koninginnendag. Dat was traditioneel de dag dat het oranjetipje het meest werd gezien. De laatste jaren zagen we dat oranjetipjes eerder vlogen, soms wel een tot twee weken. Dat er nog geen balkje te zien is wil niet zeggen dat je de vlinder niet zou kunnen tegenkomen. In de eerste plaats is het een model, een verwachting en dus een inschatting en geen ‘harde’ datum. Bovendien verschijnt het balkje pas in de verwachting als 2% van de vlinders vliegt. Zo zag Yolanda ten Thije al op 11 april een hooibeestje, hoewel het balkje pas op 22 april begint. De argusvlinder wordt zo rond 27 april verwacht. Wanneer wordt de eerste met foto gemeld?
Eindelijk zijn er weer vlinders!
3-jul-2024