Nieuwsbericht

Opvallende harige rupsen

dinsdag 18 oktober 2016

De vlindertijd loopt op haar eind. Bij mooi weer worden nog steeds wel dagvlinders doorgegeven, maar het aantal neemt snel af. Wel worden er nu rupsen gezien en een paar daarvan zijn zeer opvallend.

In oktober komen ze naar beneden uit de bomen: de meriansborstelrupsen. Het zijn prachtige diertjes met een bizarre verzameling haren, borsteltjes en een fraai rood staartje. Ze kruipen uit de boom, maar laten zich ook gewoon vallen en met flinke wind waaien ze naar beneden.

De rupsen van de meriansborstel zijn nu klaar om te verpoppen en dan de winter in te gaan. Dat doen ze voor een deel op hun voedselplant, maar ook in de takken en bladeren daaronder. Ze zitten veel op eiken, maar ook allerlei andere bomen en struiken kunnen door de rupsen worden gegeten.

De vlinder kruipt uit de pop in het voorjaar, van half april tot half juni en komt over in Nederland voor. Zoals bij veel nachtvlinders wordt de vlinder minder gezien dan de rups. Als je vlinders lokt met licht dan kun je wel flinke aantallen mannetjes op het laken of in de val krijgen, vrouwtjes iets minder.

Een andere rups die nu gezien wordt is die van de kleine beer. Dat is ook een harige rups, maar oranjebruin van kleur en zonder die opvallende kwastjes en borstels. Je kunt ze nu tegenkomen als ze rondkruipen op zoek naar een plekje om te overwinteren. In het voorjaar komen ze weer tevoorschijn en dan worden ze nogal eens zonnend gezien, alvorens ze gaan verpoppen.

De kleine beer is, net als meriansborstel, ook een nachtvlinder en komt overal in Nederland voor. De rupsen van de kleine beer leven van diverse kruidachtige en houtige planten, waaronder weegbree, kruiskruid, struikhei, kardinaalsmuts en brem.

KleineBeer Meriansborstel