vrijdag 30 maart 2018
Elke vrijdag krijgt één vlinder speciaal de aandacht vanwege de opvallende naam. Deze is apart, vreemd, gek of bijzonder. De archieven worden doorzocht op zoek naar sporen waarom dit insect toch zo’n aparte naam heeft gekregen. Vandaag: de argusvlinder.
Een van de vrolijkste vlinders van Nederland is de argusvlinder. Warme tonen kleden het beestje. Maar wat het meest opvalt, dat zijn de vele ogen die de oranje-bruine vlinder draagt. Dat zijn er zo’n 28 in totaal. Het aantal wisselt nog wel eens lezen we in Vlinders I van Rinke Tolman:
‘(…) op de achtervleugels soms drie of vijf, zelfs wel eens zes, ogen voorkomen.’
Dat is geen vreemd verschijnsel bij vlinders. Tussen individuen kan altijd variatie optreden. Dat kan uiteenlopen van de hoeveelheid ogen op de vleugel tot de grootte van de vleugel. Wil je meer weten over afwijkende vlinders? Dan is dit artikel, in 2013 verschenen in Vlinders, vast interessant voor je.
Terug naar die ogen van de oranje vlinder. Die zijn namelijk de reden voor de naam ‘Argus’. Argus was volgens de Griekse mythologie een reus, een monsterachtig wezen met honderd ogen. Van deze ogen namen er telkens twee rust, zodat de andere waakzaam konden kijken. Uiteindelijk werd Argus vermoord, zoals dat wel vaker gebeurde in de Griekse mythologie. Argus’ ogen werden als eerbetoon op de staart van de pauw gezet. ‘Met Argus ogen bekijken’ komt van de allesziende mythische reus. Het betekent dan ook iets dergelijks als nauwkeurig of oplettend kijken.
Al eeuwen geleden werd de keus gemaakt voor ‘Argus’. Dat weten we doordat Sepp deze naam al gebruikte:
Wat den Naam des Vlinders betrefd, (…) aan de onderzyde der twee onder Vlerken zeeven ronde Vlakjes als Oogen heeft, en men in de Fabel Historie aan zekeren Argus, veele Oogen heeft toegefchreeven, men ook uit dien hoofde alles wat tegelyk of van rondom zag, een Argus of veel Oog noemde, ’t is zegge ik naar alle gedachten om deze reede dat men den Vlinder, (…) insgelyks den veel Oog of Argus-Vlinder noemd. (…) dewyl veele Liefhebbers voor my, reeds den Naam van Argus, aan dit Diertje gegeeven hebben, zo dacht ik ware het wel alzo goed, dien Naam aan dezen Vlinder maar te laaten behouden.
Vroeger noemde men dus dingen met veel ogen een Argus, of heel origineel ‘veel oog’. Zo viel ook het vrolijke zandoogje ten prooi aan de gewoonte en bekwam argusvlinder. Sepp voelde geen noodzaak deze naam aan te passen.
Ook het tweede gedeelte van de Latijnse naam (Lasiommata megera) heeft een mythische oorsprong. Megera verwijst, volgens Hoogeveen in zijn Vlinderatlas, naar een van de furiën of wraakgodinnen uit de Griekse Oudheid.
Dat tijden terug dieren met veel ogen de naam ‘Argus’ kregen, heeft zijn invloed op de naamgeving van de dierenwereld gehad. Zo bestaat niet alleen de argusvlinder, ook kennen we een argusvis en argusfazant. Beide dieren worden gekenmerkt door een overvloed aan ogen.
De argusvlinder is dus de ‘allesziende vlinder’, en dat klopt ook tot op zekere hoogte. Wanneer de vlinder met de vleugels gesloten zit, zijn ogen zichtbaar. Maar ook wanneer de vleugels geopend zijn, springen de ogen eruit. In het buitenland kent men ook argus-vlinders. Echter is dit niet dezelfde als in Nederland. Het icarusblauwtje en groentje krijgen in het Frans de naam ‘argus blue’ en ‘argus vert’. En het bruin blauwtje noemen ze over het kanaal ‘brown argus’. Maar, ‘allesziende vlinders’ zijn dit niet. Ogen aan beide vleugelkanten heeft alleen de Nederlandse argusvlinder.
Door Rinke Tolman weten we dat in Groot-Brittannië en Duitsland de vlinder de naam te danken heeft aan een vreemde gewoonte:
Een eigenaardigheid van de vlinder is, dat hij niet alleen gaarne vliegt op zonnige plaatsen, maar bovendien voortdurend tegen muren gaat zitten om zich daar fijntjes te koesteren. Vandaar dat de Engelsen hem ,,the wall butterfly’’ (red. of the wall) en de Duitsers hem ,,Mauerfuchs’’ noemen.
Met de mythische reus liep het slecht af. Het is te hopen dat de vlinders hun naamgenoot niet achterna gaan. In Nederland ziet het er echter niet goed uit. Ten opzichte van 1992 zijn de aantallen argusvlinders in Nederland met maar liefst 99% gekelderd. Wil je weten hoe De Vlinderstichting zich inzet om de argusvlinder te beschermen? Klik dan hier.
Wil je de mythische vlinder in Nederland tegenkomen? Deze vliegt in twee generaties: eind april-eind juni en begin juli-eind augustus. Soms volgt een derde generatie tot eind november. De vlinder heeft een voorkeur voor vochtige tot vrij droge vegetaties met gevarieerde begroeiing: van kale grond tot lage vegetaties tot kruidenrijke ruigte. Te droog vindt de argusvlinder niet fijn.
Vrijdag Vlindernamendag: de harlekijnvlinder
18-mei-2018
Vrijdag Vlindernamendag: de hyena
4-mei-2018
Vrijdag Vlindernamendag: het kameeltje
27-apr-2018
Vrijdag Vlindernamendag: de krakeling
20-apr-2018