Ook als u geen vlinders ziet is uw telling belangrijk. U kunt deze gewoon doorgeven. U kunt het nog een keer proberen en misschien dat er dan wel vlinders in uw tuin of op uw balkon zijn.
Er is een mooie herkenningskaart van de vlinders die in tuinen te zien zijn. Voor sommige groepen zijn er ook speciale herkenningskaarten te downloaden zoals voor de witjes, de blauwtjes en de zandoogjes. Het is goed om te proberen een foto te maken als u een soort niet herkent, want via de gratis app Obsidentify, kun je ook de naam vinden bij een foto.
Als u een vlinder ziet maar niet weet welke het, kunt u “dagvlinder onbekend” aangeven. Vergeet niet het juiste aantal door te geven.
Voor de tuinvlindertelling kijken we naar de meest voorkomende soorten in tuinen. Wilt u meer soorten kunnen invoeren? Dan raden wij u aan te registreren op jaarrondtelling.nl.
U mag zo vaak tellen als u wilt, zolang het maar steeds nieuwe tellingen zijn. Begin dus elke telling weer bij nul.
Vlinders zijn vooral actief tussen 11 uur 's ochtends en 3 uur 's middags. Als het warm is kun je vanaf een uur of negen al vlinders te zien krijgen. Ze vliegen door tot het einde van de middag, dus na vijf uur is het vaak niet meer geschikt.
Wordt het warmer dan 30 graden? Tellen kan dan het beste voor of na het warmste moment van de dag: voor 13 uur of na 15 uur, maar niet later dan 18 uur.
U geeft het aantal vlinders door die u tegelijk hebt gezien. Als u een kwartier telt en driemaal één dagpauwoog zag en eenmaal twee dagpauwogen, dan geeft u 2 door als aantal.