Visstaartje is een al lang bestaande naam. In 'Onze vlinders' van Ter Haar wordt ze al gebruikt. De naschuivers van sommige rupsen uit deze familie hebben wel wat weg van een vissenstaart. De toevoeging brem heeft te maken met de waardplant van deze soort.
Nola: Nola is een stad in Campania. Als deze stad inderdaad de basis is voor deze naam is het wellicht de oudste naam met geografische achtergrond, nog een jaar eerder dan Ochsenheimer ermee begon. Het is de enige geografische naam die Leach maakte. Leach plaatste dit genus bij de Tortriciden; hijzelf gaf geen enkele toelichting.
(Sauber, 1916)
Lijkt sterk op contrastrijke exemplaren van het licht visstaartje (N. aerugula) waarvan deze soort vroeger als ondersoort werd gerekend. Het uiterlijk van het bremvisstaartje wordt gedomineerd door drie donkere getande dwarslijnen op de voorvleugel: de donker afgezette binnenste- en buitenste dwarslijn en de golflijn. Ook opvallend is de donkere vlek halverwege de voorrand, in feite het uiteinde van de buitenste dwarslijn die, evenals bij het licht visstaartje via een haakse hoek, daar op de voorrand uitkomt. De binnenste dwarslijn is gebogen. Het middenveld is meestal iets donkerder dan de rest van de vleugel. Kenmerkend voor dit visstaartje is de opvallende, donkere brede middelste dwarslijn op de lichte achtervleugel. Het bremvisstaartje mist duidelijke schubbenpuistjes.
Het licht visstaartje (N. aerugula) heeft nooit een donkere middelste dwarslijn op een achtervleugel en de binnenste dwarslijn op de voorvleugel heeft een duidelijk uitstekende hoek in de voorste helft van de vleugel. Bovendien heeft het licht visstaartje duidelijke schubbenpuistjes.
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de zeven visstaartjes (Nolinae).
Zeer zeldzaam. De laatste exemplaren zijn in 1991, 1992 en 1996 verspreid over het land waargenomen.
Wellicht uitgestorven in België. Vroeger bekend uit de Limburgse Kempen, maar daar recent niet meer teruggevonden.
De soort staat als Regionaal Uitgestorven op de Rode Lijst Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting