marmeruil Polia nebulosa

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt lokaal en verspreid voor in de duinen en op de zandgronden in het binnenland; daarbuiten af en toe een waarneming. RL: bedreigd.

Rode lijst

bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half mei-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.

Levenscyclus

Rups: augustus-mei. De rups foerageert ´s nachts en rust overdag tussen de bladeren van de waardplant of verbergt zich dicht bij de grond. De soort overwintert als halfvolgroeide rups in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Grey Arches

Duitse naam

Waldstauden-Blättereule

Franse naam

la Brodée , la Noctuelle nébuleuse

Synoniemen

Mamestra nebulosa, Aplecta nebulosa, Hadena nebulosa

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Marmeruil is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De tekening maakt een marmeren indruk.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Polia: polios is grijs, wijzend op de grondkleur van een aantal soorten binnen dit genus.
nebulosa: nebulosus is met wolken, naar de kleur van de voorvleugel. Bij deze soort lomt melanisme veel voor.

Auteursnaam en jaartal

(Hufnagel, 1766)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 21-26 mm. De voorrand van de voorvleugel van deze licht- tot donkergrijze uil is bij de vleugelpunt sterk gebogen. De ringvlek en de niervlek zijn groot, licht gekleurd en donker omrand; de afgeronde tapvlek is vaak iets donkerder. Aan de binnenzijde van de golflijn bevinden zich zwarte pijlvlekken; de op één na grootste daarvan bevindt zich halverwege en de grootste bij de binnenrandhoek.

Kenmerken rups

Tot 50 mm: lichaam geelachtig bruin tot grijsachtig bruin met over de rug een rij zwartachtige, ruitvormige vlekken, aan weerszijden daarvan een rij scheve balkjes; spiracula oranje; kop geelachtig bruin met donkerder tekening.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de grote bosbesuil (Eurois occulta), de bruine heide-uil (P. bombycina) en de gerande marmeruil (P. hepatica).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral loofbossen, struwelen en duinen.

Planten

Vóór de overwintering diverse kruidachtige planten, waaronder walstro en zuring. Daarna ook houtige planten en loofbomen, waaronder berk, kamperfoelie, wilg en braam.

Waardplant

Berk
Betula

Walstro
Galium

Kamperfoelie
Lonicera

Braam
Rubus

Zuring
Rumex

Wilg
Salix

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie