Eind april-begin september in twee of drie generaties.
De soort overwintert als halfvolgroeide rups.
Violet Fritillary
Magerrasen-Perlmutterfalter
Petite violette
akkerparelmoervlinder
Clossiana dia, Argynnis dia, Brenthis dia, Argyronome dia
Boloria: bolos is visnet; het kenmerkende vleugelpatroon.
dia: óf het is Dia, een oude naam voor het eiland Naxos óf het is de godheid Dia.
(Linnaeus, 1767)
Voorvleugellengte: 16-19 mm. De bovenkant van de vleugels is oranje met zwarte vlekken en stippen. De grondkleur van de onderkant van de achtervleugel is blauwachtig violet met een band van enkele kleine parelmoervlekken. De zwarte vlekken op de onderkant van de achtervleugel zijn goed ontwikkeld.
Tot 22 mm; lichaam donkergrijs met een gebroken, witachtige rugstreep en een roodachtig gele lengtestreep op de flanken; doorns geelachtig met witachtige uiteinden; kop zwart.
Zie de zilveren maan, de zilvervlek en de veenbesparelmoervlinder.
Een zwerver die af en toe in Nederland is waargenomen.
De paarse parelmoervlinder is vrij zwerflustig en is zelfs enkele malen in Groot-Brittannië gevonden.
Af en toe zwerft een paarse parelmoervlinder tot ons land, voor het laatst in 1996 en 2020 (https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=26525).
De paarse parelmoervlinder komt in een groot deel van Midden-Europa voor. De dichtstbijzijnde populaties vliegen in Wallonië. De soort heeft zich de afgelopen twintig jaar ook noordwaarts uitgebreid tot Denemarken.
Van West-Europa (met uitzondering van de Britse eilanden) via Midden- en Oost-Europa en via de gematigde (Aziatische) zone tot China. Niet in Noord-Europa en niet in grote delen van Zuid-Europa.
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Warme hellingen met open bos, struwelen, bloemrijke en heischrale graslanden, luwe overhoekjes en braakliggende akkers.
Waardplanten zijn diverse soorten viooltjes; vooral akkerviooltje en driekleurig viooltje. Soms braam.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting