Half mei-half oktober in twee generaties; de tweede generatie is meestal partieel. De vlinders komen op licht en op smeer.
Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop in de grond.
Orache Moth
Meldeneule
le Volant doré , la Noctuelle de l'arroche
Hadena atriplicis
Meldevlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
Melde is een van de waardplanten van deze soort.
Trachea: trakhus is ruw, naar het gepluimde abdomen.
atriplicis: Atriplex, atriplicis is het plantengeslacht melde, dat een van de voedselplanten van deze soort bevat. Linnaeus noemde deze plant al.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 20-22 mm. Deze fors gebouwde, bruinachtig grijze uil heeft op de voorvleugel een patroon van, soms bijna fluorescerende, mosgroene vlekken. Karakteristiek is de opvallende, schuine rozeachtig witte veeg in het middenveld. De ringvlek en de niervlek zijn gedeeltelijk wit omrand en ook de zigzaggende golflijn is wit.De achtervleugel is dofbruin en heeft een donker zoomveld.
Tot 48 mm; lichaam variabel in kleur van purperachtig grijs tot grijsachtig groen of roodachtig bruin met witte vlekjes; over de rug een zwarte middenstreep en onder de spiracula een oranjegele lengteband, soms met zwartgezoomde bovenrand, boven het spiraculum op segment elf een opvallende, gele of rode vlek; kop roodachtig bruin.
Levervlek (Euplexia lucipara) en groente-uil (Lacanobia oleracea).
Zeer algemeen. Komt verspreid over vrijwel het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land, maar doorgaans waargenomen in lage aantallen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Bijna in heel Europa; naar het noorden tot Midden-Scandinavië waar de grens variabel is (Kaisila, 1962). In Engeland uitgestorven sinds 1915. Verder Klein-Azië, de Kaukasus, heel Midden-Azië tot de Grote Oceaan (Amoer-Oessoeri-gebied, Koerilen, Korea, Japan), in China zuidelijk tot Hunan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Diverse kruidachtige planten, waaronder melde, zuring, gewoon varkensgras en ganzenvoet.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting