Eind mei-half augustus in twee generaties. De vlinders vliegen overdag bij zonnig weer en bezoeken bloemen van struikhei en dophei; planten op drassige kale grond hebben de voorkeur. De vlinders zijn ook ´s nachts actief en komen op licht.
Rups: juli-oktober. De rups leeft op de bloemen en de zaden van de waardplant. De soort overwintert als pop in een losse cocon op of in de grond.
Shoulder-striped Clover
Hellbraune Staubeule
niet bekend
maritimauil
Chloridea maritima, Heliothis septentrionalis
De daguilen kunnen overdag vliegend worden aangetroffen.
Struikhei en dophei zijn belangrijke waardplanten van deze soort.
Heliothis: heliotes is van de zon; naar het dagactieve gedrag van de soorten in dit genus.
maritima: maritimus is behorend bij de zee. Het type exemplaar kwam uit de Vendée, aan de Atlantische kust van Frankrijk; daar werd de eerste verzameld in een zoutmoeras.
Graslin, 1855
Voorvleugellengte: 13-17 mm. Deze uil lijkt sterk op de lichte daguil. Kenmerkend is de donkere schouderstreep in het wortelveld. De grondkleur van de voorvleugel loopt uiteen van zandkleurig bruin tot roodachtig bruin. De binnenrand van de donkere middenband loopt vanaf de voorrand van de vleugel via een duidelijke knik naar buiten, daarna scherp terug langs de binnenrand van de vleugel in de richting van de vleugelwortel. Zowel langs de voorrand als in de binnenrandhoek bevindt zich aan het uiteinde van de golflijn een opvallende donkere vlek; soms zijn deze vlekken versmolten tot een donkere band langs de golflijn.
Zie de lichte daguil (H. viriplaca) en ook de beschrijving van de kenmerken van de gouden daguil (Synthymia fixa).
Katoendaguil (Helicoverpa armigera), oranje o-vlinder (Pyrrhia umbra), lichte daguil (Heliothis viriplaca) en vlekdaguil (Heliothis peltigera).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Een soort waarvan slechts enkele recente waarnemingen bekend zijn. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam en mogelijk uitgestorven. Beperkt tot de Antwerpse en Limburgse Kempen, maar recent niet meer gezien.
De soort staat als Ernstig Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Pas sinds 1937 afgescheiden van H. viriplaca; daarom was lange tijd de verspreiding niet erg duidelijk en voor Azië geldt dat nog steeds. In Europa drie ondersoorten: ssp. maritima (de Graslin, 1855) in West- en Zuid-Frankrijk, ssp. warneckei (Boursin, 1964) in Zuid-Engeland, Nederland, Sleeswijk-Holstein, Denemarken, Gotland en ssp. bulgarica (Draudt, 1938) in Zuid- en Centraal-Alpen, de Balkan en Zuid-Rusland. Verder zeker in Turkije, Iran, Centraal-Azië (ssp. centralasiae Draudt, 1938) en China (ssp. angarensis Draudt, 1938). In Midden- en Noord-Europa verschijnt verder ieder jaar de trekkende ssp. bulgarica.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral natte heiden en graslanden.
Struikhei, dophei, spurrie en ook klokjesgentiaan.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting