Van eind augustus tot eind november. De waarnemingen in de Benelux zijn in oktober en november.
De soort overwintert als ei. De rupsen rusten lange tijd in de cocon en verpoppen pas in augustus/september.
Oak Rustic
Heller Sichelflügler
Ecu blanc
Dryobota (Lederer, 1857): is een genus dat een vertegenwoordiger heeft in ons land. Drus is een eik, bosko, bot- is leven van. Dus leeft van de eik.
labecula: met lichte vlek
(Esper, 1788)
Zeer zeldzaam. In 2020 voor het eerst waargenomen in het Noordhollands Duinreservaat.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Droge eikenbossen in de bossen van de laaglanden van het Middelandse zeegebied. Daarbuiten kan de vlinder als trekvlinder overal worden waargenomen, voornamelijk langs lijnvormige elementen zoals de kustlijn.
De rupsen leven van eiken, voornamelijk hulsteik (Quercus coccifera) en steeneik (Quercus ilex).
haarbos
Ochropleura plecta
zeeuwse grasworteluil
Apamea oblonga
houtspaander
Axylia putris
drielijnuil
Charanyca trigrammica
tweekleurige heremietuil
Ipimorpha subtusa
straaljagertje
Trigonophora flammea