In het buitenland: juli-augustus in één generatie.
Rups: najaar-begin juni. De soort overwintert als rups.
Grosser Steinspanner
la Phalène de la viorne , la Ténébreuse
grote bruine spanner
Gezien de Duitse soortnaam zal dit echt wel een grote spanner zijn en omdat de grondkleur donker bruin is, lijkt grote bruine spanner alleszins gerechtvaardigd.
Gnophos: gnophos is duisternis, wijzend op het donkere uiterlijk van deze soort.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: ♂ 22-25 mm, ♀ 26-30 mm. Een grote spanner met een opvallend gekartelde achterrand aan zowel de voor- als de achtervleugel. De grondkleur van de voorvleugel is bruinachtig grijs en fijn donker bestoven. De binnenste dwarslijn is gegolfd en de buitenste dwarslijn is getand.
Lijkt enigszins op de andere spikkelspanners, maar die hebben niet zo’n uitgesproken gekartelde achterrand.
Van deze soort is slechts één waarneming bekend uit 1868.
Zeer zeldzaam. Beperkt tot enkele vindplaatsen in de kalkstreek in Namen en Luxemburg.
Verbreid in Zuid- en Midden-Europa. De noordgrens loopt langs het Iberisch Schiereiland, Frankrijk, de Benelux, Duitsland en Polen; in het oosten tot de Karpaten en Oekraïne.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Diverse lage planten en struiken, waaronder vooral sleedoorn; soms ook eik.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
wegedoornspanner
Philereme transversata
roomkleurige stipspanner
Scopula floslactata
voorjaarsboomspanner
Alsophila aescularia
gestreepte goudspanner
Camptogramma bilineata
bruine bergspanner
Euphyia frustata
late meidoornspanner
Theria rupicapraria