Begin augustus-eind september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
Rups: september-juni. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond. De soort overwintert als jonge rups. De verpopping vindt plaats in de grond.
Northern Deep-brown Dart
Gelbbraune Schilfeule
De witvleugeluilen hebben witte achtervleugels. Het betreft het Genus Aporophyla.
Deze witvleugeluil is een echte heidesoort.
Aporophyla: aporos is ingewikkeld, moeilijk en phule is een klasse, een groep, vrij geïnterpreteerd is dit ieder taxon boven die van soort. Dit verwijst naar de moeilijkheid om dit genus een goede plaats te geven in de systematiek.
lueneburgensis: hoewel Freyer niet aangeeft waar zijn type exemplaar werd gevonden, mag wel worden aangenomen dat dat Lüneburg in het noordwesten van Duitsland is.
(Freyer, 1848)
Voorvleugellengte: 15-17 mm. De voorvleugel van de binnenlandvorm heeft een gelijkmatige, dof bruinachtig grijze grondkleur of is zwaar bespikkeld met staalgrijs en heeft een zwartachtige middenband, die soms onduidelijk is. De centrale dwarslijn die over de witte achtervleugel van het mannetje loopt, bestaat uit een rij duidelijke zwarte vlekjes of streepjes; de dwarslijn vormt soms een gebogen lijn. De antennen van het mannetje zijn licht geveerd.
Zie de zwarte witvleugeluil (A. nigra). De bruine witvleugeluil komt niet in Nederland voor heeft zijn verspreiding in het zuidoosten van Europa: van Italië en Zwitserland verder naar het oosten.
Bruine witvleugeluil (Aporophyla lutulenta) en zwarte witvleugeluil (Aporophyla nigra).
N.B. 1: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
N.B. 2: De bruine witvleugeluil komt niet in Nederland voor heeft zijn verspreiding in het zuidoosten van Europa: van Italië en Zwitserland verder naar het oosten.
Zeldzaam. De binnenlandvorm van deze soort komt lokaal voor op de Veluwe met slechts een enkele waarneming daarbuiten. De kustvorm (voorheen werd gedacht dat dit een andere soort, de bruine witvleugeluil betrof) komt voor langs de hele westkust en op de meest westelijke waddeneilanden.
Zeer zeldzaam. Recent één Vlaamse vindplaats, in de Antwerpse Kempen; vroeger ook in Limburg.
De soort staat als Ernstig Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Heiden.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting