Eind april-half augustus in twee generaties. De vlinders komen goed op licht; de mannetjes meestal na middernacht, de vrouwtjes eerder en in kleinere aantallen.
Rups: juli-oktober. De soort overwintert als pop in de grond in de buurt van de waardplant.
Poplar Hawk-moth
Pappelschwärmer
le Sphinx du peuplier
Smerinthus populi, Amorpha populi
Pijlstaart verwijst naar het staartje of 'pijl' op het laatste segment van de rups.
Populier is een belangrijke waardplant voor deze soort.
Smerinthus populi (Linnaeus, 1758); Amorpha populi (Linnaeus, 1758)
Laothoe: Laothoe is een van de vrouwen van Priam, koning van Troje. Ook een familienaam met dezelfde strekking als Smerinthus, zie S. ocellata.
populi: Populus is het plantengeslacht populier, de waardplant.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 30-46 mm. De vleugeltekening van deze pijlstaart varieert nauwelijks. Kenmerkend zijn de kastanjebruine vlekken tegen de binnenrand van de achtervleugel. In rusthouding steekt de achtervleugel soms een heel eind onder de voorrand van de voorvleugel uit. Sommige individuen hebben een sterke rozeachtige of violette tint op de vleugels. Er komen ook bruingele vlinders voor; dit betreft vaker vrouwtjes dan mannetjes.
Tot 65 mm; zeer plomp; lichaam geelachtig groen of blauwachtig groen, fijn wit gespikkeld met op de flanken zeven schuine, groenachtig witte strepen; soms met een rij roodachtige vlekjes boven de spiracula; spiracula wit met donkerrode rand; hoorn op segment elf geelachtig groen, soms met rood uiteinde; kop driehoekig, groen met twee gele strepen
Bij de pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata) steekt de achtervleugel in rust meestal niet of hooguit een klein stukje onder de voorvleugel uit; bovendien heeft de pauwoogpijlstaart een opvallende oogvlek op de achtervleugel.
Pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata), lindepijlstaart (Mimas tiliae) en glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Zeer algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van noordwest-Afrika via heel Europa tot de 65e breedtegraad, alleen niet in Zuid-Griekenland en in het zuiden van het Iberisch schiereiland. Naar het oosten tot de Zwarte Zee en verder naar Siberië en het verre Oosten.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.