Eind juni-eind september in één generatie. De vlinders komen op licht en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid en struikhei.
Rups: september-juni. De soort overwintert als rups. In het voorjaar verbergt de rups zich overdag in het zand; in juni vindt daar de verpopping plaats.
Portland Moth
Grünliche Erdeule
la Noctulelle précoce
Agrotis praecox, Ochropleura praecox, Spaelotis praecox
De groenuilen hebben groen op de voorvleugels.
In rust heeft deze groenuil een slank uiterlijk.
Actebia: akte is een landtong, een kust en bioo is wonen. Een kustsoort.
praecox: praecox is als in het vroege voorjaar, naar de tere groene kloeur van de vlinder die aan voorjaarsbladeren doet denken.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 17-21 mm. Een zilverachtige korstmosgroene uil met lange slanke voorvleugels. Is door de rusthouding, waarin de vleugels elkaar bijna geheel overlappen, goed te onderscheiden van andere groene uilen.
Zeldzaam. Komt lokaal voor in de duinen; daarbuiten slechts heel af en toe een waarneming. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam. Komt lokaal voor aan de kust.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
In Europa lokaal in de centrale en noordelijke landen, naar het noorden tot Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Finland en Karelië. Zuidelijk tot Zuid-Frankrijk (het noorden van de Pyreneeën), Noord-Italië, Slovenië, Zuid-Bulgarije en Macedonië. Noord-Turkije en Kaukasus, Noord- en Midden-Azië tot Mongolië, Noordoost-China, Korea, Kamtsjatka, Sachalin, de Koerilen en Japan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Kruipwilg en diverse kruidachtige planten, waaronder gewone rolklaver, muizenoor, walstro en weegbree.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
windeweeskind
Aedia leucomelas
gouden daguil
Synthymia fixa
eenstipgrasuil
Mythimna unipuncta
astermonnik
Cucullia asteris
gevlamde grasuil
Eremobia ochroleuca
heremietuil
Ipimorpha retusa