Half juli-half september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen, vooral die van kruiskruid.
Rups: september-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond. De soort overwintert als rups en verpopt zich in de grond.
Six-striped Rustic
Sechslinien-Bodeneule
la Noctulelle ombragée
Amathes sexstrigata, Agrotis sexstrigata, Xestia umbrosa, Agrotis umbrosa, Rhyacia umbrosa
Het aantal zwarte lengtelijnen (strepen) op de voovleugels ligt dicht bij de zes.
Die zeslijnigheid komt terug is de Latijnse, de Engelse en de Duitse soortnaam.
Xestia: xestos is opgewreven, glad, naar de glimmende voorvleugels van een aantal soorten in dit genus.
sexstrigata: sex is zes en striga is een rimpel, een lijn. De vlinder heeft zes dunne zwarte lijnen.
(Haworth, 1809)
Voorvleugellengte: 15-17 mm. De lichtbruine tot warm donkerbruine voorvleugel maakt een enigszins geblokte indruk door de donkere dwarslijnen en aders. De ringvlek en de niervlek hebben doorgaans dezelfde kleur als de vleugel en hebben een donkere omtrek. De ringvlek is soms iets lichter; verder is er weinig variatie.
Tot 33 mm; lichaam bleek grijsachtig bruin met op de rug een zwartachtig bruine zweem; over de rug drie bleke lengtestrepen en twee rijen zwarte balkjes; over de lijn van de spiracula een brede, zwartachtig bruine lengteband; onderzijde grijs; kop geelachtig bruin met twee donkerder bruine banden.
Zie de bruine zwartstipuil (X. baja).
Eenstreepgrasuil (Mythimna conigera), gekraagde grasuil (Mythimna ferrago), witstipgrasuil (Mythimna albipuncta), grijze grasuil (Mythimna pudorina), helmgrasuil (Mythimna litoralis), witte-l-uil (Mythimna l-album) en vierkantvlekuil (Xestia xanthographa).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land lokaal voor, vooral op de zandgronden in het binnenland en in de duinen; op sommige vliegplaatsen vrij algemeen. RL: bedreigd.
Vrij zeldzaam in het hele land. Lokaal soms vrij algemeen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Europa van Portugal en Spanje via West- en Midden-Europa in het noorden tot Schotland en Zuid-Scandinavië. Naar het oosten Noord-Italië, Oostenrijk, Slowakije, Polen en Rusland (omgeving Leningrad en Moskou).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting