Half juni-eind augustus in één generatie. De vlinders komen op licht.
Rups: augustus-november. De rups leeft op de bloemen en de zaden van de waardplant. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Yarrow Pug
Trockenrasen-Schafgarben-Blütenspanner
l'Eupithécie du millefeuille
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Duizendblad is de (enige) waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Millefoliata: Achilea millefolium is gewoon duizendblad, de voedselplant van de rups.
Rössler, 1866
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Een vrij grote, bruinachtig grijze dwergspanner. De voorvleugel is tamelijk spits en de voorrand is vrij recht tot vlak voor de vleugelpunt. Over de vleugel lopen vele enigszins golvende dwarslijntjes waarvan de lijn die vlak langs de middenstip loopt, met een scherpe hoek om deze middenstip heen slingert. In het zoomveld is een duidelijke witte golflijn aanwezig, die verdikt is bij de binnenrandhoek. De onderzijde van de vleugels is opvallend wit gebandeerd.
16-18 mm. Lijf bleekbruin, donkerder aan de voor- en achterkant en met donkerbruine v's op de rug, het duidelijkst op de middensegmenten.
De lariksdwergspanner (E. lariciata) is kleiner en heeft een bredere voorvleugel; op de bovenkant van het borststuk ligt een kleine witte vlek. De grijze dwergspanner (E. subfuscata) is kleiner en heeft een minder spitse vleugelpunt. De meldedwergspanner (E. simpliciata) is soms ook grijsachtig, maar heeft een bredere minder spitse voorvleugel en een duidelijke, lichte brede dwarslijn en golflijn.
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn.
Zeldzaam. Komt lokaal voor in de zuidelijke helft van het land. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam in het hele land. Vroeger bekend uit alle provincies, maar gedocumenteerde, recente meldingen ontbreken.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Lokaal van West-Europa inclusief Engeland via Midden- en Oost-Europa tot in Siberië. Noord-Zuid: Zuid-Scandinavië en de Middellandse Zeelanden, oostelijk tot Klein-Azië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Open verwaarloosde grond in kustgebieden en in de duinen; ook wegbermen en ruige graslanden.
Duizendblad.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting