Eind juni-eind juli in één generatie. De vlinders komen matig op licht.
Rups: juli-oktober. De soort overwintert als volgroeide rups in een spinsel op de grond, waarin hij zich pas in het voorjaar verpopt.
The Latin
Adlerfarneule
la Noctuelle de la fougère
Eriopus juventina, Callopistria purpureofasciata
Adelaarsvaren is de enige waardplant van deze uil.Meer over Nederlandse namen
Callopistria: callos is schoonheid en opisteros is achterkant. Met een mooie achterkant dus, wijzend op het abdomen met een witte ring.
juventina: juventinus komt van juventus is de tijd van de jeugd. De vlinder heeft heldere kleuren en straalt zo jeugdigheid uit.
(Stoll, 1782)
Voorvleugellengte: 15-16 mm. Een karakteristieke soort met een complexe tekening op de voorvleugel. Opvallend zijn de crèmekleurige aders en de crèmekleurige vlek die dicht bij de vleugelpunt ligt en die overgaat in een getande lijn. De lichtgekleurde, donker begrensde buitenste dwarslijn lijkt vlak voor de voorrand over te gaan in de lichte omranding van de niervlek. Langs de buitenzijde van de buitenste dwarslijn ligt een rozeachtig violette band.
Zeer zeldzaam, maar de soort lijkt toe te nemen. De laatste jaren wordt de varenuil voornamelijk in Zuid- en midden Limburg waargenomen.
Zeer zeldzaam. Verspreide vindplaatsen in Limburg, Vlaams-Brabant en Henegouwen; vroeger ook bekend uit West-Vlaanderen en Luik.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van Marokko via heel Zuid-Europa tot Turkije (Pontisch gebergte) en Noord-Iran. Naar het noorden tot de Noord- en de Oostzee (Denemarken, waar het areaal fluctueert; hier net als in Groot-Britannië enkelingen die als trekkers dienen te worden beschouwd); van Estland door de gematigde (Aziatische) zone tot China, Korea en Japan, naar het zuiden tot Assam en Pakistan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bossen met een ondergroei van adelaarsvaren.
Adelaarsvaren.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
windeweeskind
Aedia leucomelas
gouden daguil
Synthymia fixa
eenstipgrasuil
Mythimna unipuncta
astermonnik
Cucullia asteris
gevlamde grasuil
Eremobia ochroleuca
heremietuil
Ipimorpha retusa