maandag 30 september 2019
Omdat vlinders snel reageren op veranderingen in hun omgeving, zijn ze ideaal om te kijken hoe de stikstof van invloed is op biodiversiteit. Het Landelijk Meetnet Vlinders verzamelt al dertig jaar gedetailleerde gegevens. Uit deze cijfers blijkt de balans steeds meer doorslaat richting stikstofliefhebbers. Dit alles boven op een afname van bijna 50% van dagvlinders in Nederland.
Het is volop in het nieuws. De hoge stikstofgehaltes in bermen, parken en natuurgebieden en zorgen voor een groot verlies aan biodiversiteit. De Commissie Remkes heeft gesignaleerd dat er behoefte is aan betere monitoring van deze veranderingen. Daarmee kan ook herstel van biodiversiteit bij afname van de stikstofbelasting in beeld worden gebracht. Voor vlinders zijn er al veel gegevens voorhanden.
"Bij vlinders slaat de balans steeds verder door naar vlinders uit stikstofrijke omgeving ten opzichte van soorten uit stikstofarme milieus," zegt Michiel Wallis de Vries, projectleider bij De Vlinderstichting en buitengewoon hoogleraar aan Wageningen University.
Door grotere concentraties stikstof in de bodem (zoals ammoniak en nitraat), wordt de bodem verrijkt met meststoffen. Die leiden ertoe dat planten die houden van veel stikstof, zoals brandnetels en braam, extra hard kunnen groeien. Zij overwoekeren dan vele plantensoorten die juist graag groeien onder stikstofarme omstandigheden. Vaak zijn dit planten waar vlinders en rupsen van afhankelijk zijn, zoals viooltjes of klokjesgentiaan. Tegelijkertijd betekent dit dat open plekjes, waar vlinders en hun rupsen graag opwarmen, onder een dikke laag gras, mos of brandnetels verdwijnen.
Daarnaast leidt veel stikstof tot een verhoogde sterfte bij rupsen. Dat komt vooral omdat de plantengroei minder divers wordt. Stikstofminnende planten overwoekeren de rest. Het blijft dus 'groen', maar de kwaliteit gaat achteruit. Vergelijk het met als mens alleen nog maar patat eten: je hebt veel voedselrijk eten, maar op de lange termijn is zo'n dieet helemaal niet goed voor je.
Er zijn een paar vlindersoorten waarvan de rupsen wel kunnen leven van brandnetels en deze soorten kunnen dan ook toenemen. Maar voor de meeste vlinders en rupsen geldt dus dat het lastiger wordt om voedsel te vinden, ondanks de overdaad aan planten.
Het Landelijk Meetnet Vlinders verzamelt al dertig jaar gedetailleerd gegevens. Hierdoor hebben we een goed beeld van de gevolgen van de stikstofdepositie. Dankzij de vrijwilligers van De Vlinderstichting, die al dertig jaar vlinders tellen in Nederland voor het Landelijk Meetnet Vlinders, kunnen we deze veranderingen ook zien:
Of in indicatortermen: de stikstofindicator stijgt. Deze indicator voor stikstof werkt niet alleen landelijk, maar ook op het detail van Natura 2000-gebieden.
Trend van stikstofminnende en -mijdende vlindersoorten. Beide groepen gaan achteruit, maar de balans verschuift steeds meer naar stikstofminners.
Vermesting is niet het enige effect van stikstof. Vooral op slecht gebufferde droge zandgronden leidt het ook tot verzuring. Op sommige van de telroutes ligt de pH van de grond onder de 4. Zo'n laag getal betekent dat de bodem erg zuur is. Grote delen van Oost- en Zuid-Nederland bestaan uit dit soort arme zandgronden bestaan. Omdat daar ook veel stikstofdepositie is, kan deze verzuring op grote oppervlaktes van ons land aanwezig zijn.
We weten welke vlinders een voorkeur hebben voor zure en welke voor basische bodems en er wordt al dertig jaar geteld, dus kunnen we ook hiermee naar de verschuiving in de vlinderfauna kijken. We zien dat soorten met een voorkeur voor basische omstandigheden harder afnemen dan soorten die van meer zure bodems houden. Of in indicatortermen: de zuurindicator daalt (lagere pH, zuurdere bodem).
Stikstofindicator Vlinders voor drie gebieden in Noord-Brabant: Loonse en Drunense duinen (rood), Deurne (geel) en Strabrechtse heide (groen)
De bruine vuurvlinder is gevoelig voor stikstofdepositie
Omdat vlinders door hun snelle levenscyclus bijzonder snel reageren op veranderingen in hun omgeving, zijn ze een ideaal instrument om te kijken hoe de stikstofdepositie (of de afname daarvan) doorwerkt op de biodiversiteit van natuurgebieden, waaronder Natura 2000-gebieden. In opdracht van de provincies Noord-Brabant en Noord-Holland heeft De Vlinderstichting de bruikbaarheid van telroutes kunnen aantonen.
Voor Noord-Holland is berekend dat voor drie Natura 2000-gebieden het huidige aantal vlinderroutes toereikend is, terwijl er bij de zes andere Natura 2000-gebieden twee tot vier extra telroutes nodig zijn (de Waddenzee buiten beschouwing gelaten). Kortom: het vlindermeetnet is nu al een betrouwbare basis voor een stikstofindicator en met een kleine extra inspanning kan zelfs per Natura 2000-gebied de verandering in de hoeveelheid stikstof worden gevolgd.
Het Landelijk Meetprogramma Vlinders wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring.
beheer MeetnetVlinders Natura2000 onderzoek Stikstof vlinders
Vlinders in 2019 tussenstand
27-mei-2019
Vlinders tellen om stikstof te meten
23-dec-2017