Half oktober-half december in één generatie; een enkele keer wordt in februari of maart een vlinder waargenomen uit een overwinterde pop.
Rups: april-juni. De soort overwintert als ei; een enkele keer als pop.
Herbst-Kreuzflügel
l'Alsophile automnale , la Phalène de l'érable
Anisopteryx aceraria, Hibernia aceraria, Alsophila quadripunctaria
De najaarsboomspanner leeft in boomrijke gebieden en de vliegtijd ligt in november/december dus ver in het najaar.
Alsophila: alsos is een bosje en philos is houden van. Dit geeft de habitat aan.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 13-16 mm. Lijkt veel op de voorjaarsboomspanner (A. aescularia), maar is grijsgeel van kleur. Er is weinig tekening op de voorvleugel en de dwarsband is slechts flauw getand. Het vrouwtje is vleugelloos.
Zie de voorjaarsboomspanner (A. aescularia).
Zeer zeldzaam. Wordt tegenwoordig alleen nog maar af en toe in Midden- en Oost-Nederland waargenomen. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam; slechts weinig vindplaatsen maar wellicht over het hoofd gezien. Recent enkel waargenomen in Namen, vroeger ook bekend uit Luik en Luxemburg.
Van Noord-Spanje via Midden-Europa tot de Baltische staten. Niet in Scandinavië. In het oosten tot Oekraïne, in het zuiden Noord-Italië, Bulgarije en Albanië tot de Kaukasus.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Oude en goed ontwikkelde loofbossen.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting