Eind mei-eind augustus in één generatie. De vlinders bezoeken bloemen van onder andere distels. De mannetjes maken patrouillevluchten, op zoek naar onbevruchte vrouwtjes.
Rups: september-juni. De rups overwintert één-, soms tweemaal en verpopt zich in een cocon, die goed zichtbaar tegen een grasstengel of een andere plant is aangebracht.
Six-spot Burnet
Sechsfleck-Widderchen
bloedvlekvlinder, zes-stippige st.jansvlinder
Sint-jansvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
De vliegtijd begint rond 24 juni, de naamdag van Sint Jan.
Zygaena: zugaina is hamerkophaai. Dat deze naam (later) werd gebruikt voor het genus Zygaena is toeval en heeft niet te maken met de vorm van de antennes. Fabricius hield van woordspelingen en raadseltjes hetgeen het begrijpen van achtergronden van de naamgeving niet duidelijker maakt.
filipendulae: Spiraea filipendula, tegenwoordig Filipendula vulgaris is knolspirea, door Linnaeus foutief aangeduid als de waardplant.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 15-19 mm. Een bloeddrupje met zes rode vlekken op de voorvleugel: de rode vlek aan de vleugelbasis is gescheiden door een ader en telt voor twee. Er komt ook een afwijkende vorm voor met gele vlekken en een gele achtervleugel.
Tot 22 mm; plomp en gedrongen lichaam met abrupt afgeknotte uiteinden; groenachtig geel met een dubbele rij zwarte vlekken op de rug, aan weerszijden van deze zwarte vlekken een rij gele vlekjes; aan weerszijden van het lichaam ook een rij zwarte vlekjes, die bij bleke exemplaren kunnen ontbreken; bij sommige vormen zijn de zwarte vlekken dusdanig vergroot, dat de rupsen practisch geheel zwart zijn; in het lichaam ingetrokken kop.
Door de rood met zwarte tekening en de op elkaar lijkende Nederlandse namen, wordt deze soort door beginnende (nacht)vlinderaars wel verward met de sint-jacobsvlinder (Tyria jacobaeae) die eveneens overdag actief is en vrij algemeen voorkomt. Ook is verwarring mogelijk met de vijfvlek-sint-jansvlinder (Z. trifolii) en de kleine sint-jansvlinder (Z. viciae).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de drie Zygaena-soorten.
Vijfvlek-sint-jansvlinder (Zygaena trifolii).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land. In Vlaanderen wijdverbreid maar achteruitgaand.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Komt voor in het hele vaste land van Europa. Ontbreekt in delen van Zuid-Spanje en Portugal en ook op de eilanden van de westelijke Middellandse Zee. Verbazingwekkende dichtheden in Engeland, Schotland en Ierland en ook in Scandinavië. In Midden- en Oost-Europa zijn nergens noemenswaardige verbreidingsplaatsen. Komt wel voor rond de Zwarte Zee (Turkije, Roemenië, Bulgarije en de Krim), inclusief de Kaukasus; in Libanon zitten de zuidelijkste voorposten. In oostelijke richting tot aan de Wolga.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bloemrijke graslanden, wegbermen, kalkgraslanden, weilanden, brede bospaden en duinen.
Gewone rolklaver en moerasrolklaver.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting