Eind april-eind augustus in meerdere generaties; soms tot eind september. De vlinders kunnen overdag gemakkelijk worden opgejaagd.
Rups: mei-september. De rups leeft vooral op de natuurlijke uitlopers van de stam laag bij de grond en op uitlopers na het knotten. De soort overwintert als pop in de grond.
Clouded Border
Schwarzrand-Harlekin
la Bordure entrecoupée , la Marginée
rouwkaartje, zwartrandspanner, zwartvlekspanner
Abraxas marginata, Melanippe marginata, Melanippe maculata, Melanippe pollutaria, Melanippe navaria, Melanippe naevaria
De variabele zwarte rand op voor- en achtervleugel is kenmerkend bij deze spanner.
Ook de wetenschappelijke soortnaam marginata wijst op die rand.
Lomaspilis: loma is een zoom, een rand en spilos is een stip, een plek, vanwege de vlekken aan de rand van de vleugels.
marginata: margo, marginis is een rand, een grens, vanwege de opmerkelijke tekening langs de rand van voor- en achtervleugel.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 11-14 mm. Is te herkennen aan de combinatie van de geringe grootte en de onregelmatige zwartbruine randen langs de voor- en achtervleugel. De intensiteit van deze tekening varieert en is soms naar het midden van de vleugel toe uitgebreid met extra vlekken of een extra band. Rust met volledig uitgespreide vleugels.
Tot 21 mm; lichaam blauwachtg groen tussen de segmenten; over de rug vier donkergroene lengtestrepen en een bruin anaalschild op het laatste segment; zwart gespikkeld; spiracula zwart met een witte kern; kop groen met twee brede, purperachtig rode strepen.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Zeer algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa tot Mongolië en Siberië; in het zuiden het noordelijk Middellandse Zeegebied, de Balkan en Klein-Azië in het noorden tot boven de poolcirkel. In Kamtsjatka, het Amoergebied, Japan en Korea ssp. amurensis (Hedemann, 1881).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bossen, wilgenstruwelen, heiden, moerassen en populierenaanplanten.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting
schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria
kleine herculesspanner
Cepphis advenaria
herfstspanner
Epirrita dilutata
bosspanner
Scopula immutata
ligusterstipspanner
Scopula imitaria
bruine bergspanner
Euphyia frustata