stippelrietboorder Protarchanara brevilinea

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Rond de jaren vijftig van de vorige eeuw bevond zich een kleine populatie in de Alde Feanen bij Eernewoude. In de twintigste eeuw is deze soort slechts enkele malen waargenomen: in de Weerribben, op het eiland Griend in de Waddenzee en op Texel.

Rode lijst

incidenteel

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half juli-eind augustus in één generatie. De vlinders zijn actief vanaf de schemering en komen zowel op licht als op smeer en bezoeken honingdauw.

Levenscyclus

Rups: april-juni. De rups leeft eerst in het bovenste gedeelte van de stengel van de waardplant, later op de halmen. De verpopping vindt plaats in een cocon in de strooisellaag. De soort overwintert als ei op een levende of dode rietstengel.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Fenn's Wainscot

Duitse naam

Silberspinnerchen

Synoniemen

Arenostola brevilinea, Nonagria brevilinea, Photedes brevilinea, Chortodes brevilinea

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De rupsen van de rietboorders leven in rietstengels.
De zwarte stipjes liggen vooral op de vleugeladers.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

brevilinea: brevis is kort en linea is lijn. Dit wijst op de korte, fijne basale veeg op de voorvleugel.

Auteursnaam en jaartal

(Fenn, 1864)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-17 mm. De voorrand en de achterrand van de vrij brede, zandbruine voorvleugel vormen een bijna rechte hoek. Verder is deze uil goed te onderscheiden van de gelijkende soorten door de vrij sterke zwartachtige spikkeling en bestuiving, vooral rond de hoofdader in het midden van de voorvleugel en langs de aders in het zoomveld. De centrale dwarslijnen zijn zichtbaar als donkere stippellijnen. Sommige exemplaren hebben een duidelijke korte zwarte wortelstreep, los van de genoemde donkere veeg langs de hoofdader.

Gelijkende soorten vlinder

De geelbruine rietboorder (Archanara dissoluta) is kleiner, heeft een meer afgeronde, smaller toelopende vleugelpunt en een duidelijke niervlek. De egelskopboorder (Globia sparganii) en de moerasplantenboorder (G. algae) zijn groter en de voorvleugel heeft doorgaans een gelijkmatiger uiterlijk en een vrij scherpe hoekige vleugelpunt. De egelskopboorder heeft bovendien meestal een opvallende niervlek in de vorm van een halve ring en een uit zwarte stippen bestaande franjelijn. Geen van de genoemde soorten heeft een duidelijke wortelstreep, hoewel met name bij de egelskopboorder de donkere veeg langs de hoofdader al in de vleugelwortel kan beginnen.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Rietlanden, met name de iets drogere gedeelten die regelmatig gesneden worden.

Planten

Riet.

Waardplant

Riet
Phragmites

Nieuws

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie