Nieuwsbericht

Kunnen vlinders tegen gefaseerd begrazen kalkgraslanden?

dinsdag 24 januari 2017

Op Zuid-Limburgse kalkhellingen liggen verspreid nog graslanden met hoge natuurwaarde. Zowel door het beëindigen van de oorspronkelijke beweiding met kleine schaapskuddes als door verrijking van de bodem door stikstof uit de lucht is de biodiversiteit van deze graslanden sterk achteruit gegaan. Er wordt volop gewerkt aan herstel, maar vooral voor de insectenfauna vergt dat maatwerk.

Al lang worden kalkgraslanden gemaaid en begraasd om zo de open en schrale situatie terug te krijgen of in stand te houden. Vaak is de begrazing in nazomer en herfst, zodat de vegetatie kort de winter uit komt en de orchideeën ongestoord kunnen bloeien. Voor insecten kan dat minder goed uitpakken: overwinterende rupsen kunnen daardoor worden weg gegraasd, terwijl voor warmteminnende mieren de hoge vegetatie in de zomer teveel schaduw geeft. Maar beweiding in de zomer zou de bloei en zaadzetting kunnen schaden en het aanbod van nectar en stuifmeel voor bloembezoekende insecten verminderen. Vooral in de vaak kleine reservaten is het een hele uitdaging om maatwerk te leveren. Recent is een onderzoek afgerond naar gefaseerde begrazing. Die fasering houdt in dat delen in het voorjaar, andere in de zomer en nog andere in de herfst worden begraasd.

Concrete onderzoeksvragen hierbij waren of er meer variatie in structuur en microklimaat ontstaat, of er een hogere afvoer van nutriënten is en of karakteristieke diersoorten van deze fasering profiteren en er daarbij geen karakteristieke (planten)soorten verloren gaan? Verlies van soorten is namelijk zeker ongewenst omdat door versnippering en isolatie er nauwelijks uitwisseling tussen de terreinen optreedt. Het onderzoek vond plaats op de Winkelberg (Limburgs Landschap), de Wrakelberg en Laamhei (Staatsbosbeheer) en het Popelmondedal (Natuurmonumenten). Ook de vlinders zijn in het onderzoek betrokken. In totaal zijn in de vier terreinen in drie jaar tijd 32 soorten dagvlinders geteld. Dit is een erg groot aantal. 14 van de soorten zijn typische graslandvlinders, waaronder 7 Rode Lijstsoorten.

Het Popelmondedal is veruit het rijkst aan soorten: alle zeldzame soorten zijn daar gezien. De Winkelberg is ook soortenrijk, maar hier werden maar twee Rode Lijstsoorten waargenomen. De Wrakelberg is uitgesproken arm aan soorten, maar van de Rode Lijst komt het bruin dikkopje hier wel voor. De Laamhei is rijker aan vlinders dan de Wrakelberg, maar hier werden geen Rode Lijstsoorten gezien. Na drie jaar gefaseerde begrazing mochten geen grote veranderingen in de vlinderaantallen worden verwacht. Deze verwachting is uitgekomen. Wel is gebleken dat de fasering inderdaad zorgt voor een goed bloemenaanbod van voor- tot najaar. Zorgen vooraf over mogelijke schokeffecten van de gefaseerde begrazing zijn gelukkig niet bewaarheid: alle soorten hebben zich goed kunnen handhaven, ondanks het aangepaste beheer.

Een van de meest zeldzame soorten in die graslanden is de veldparelmoervlinder. Hier is speciaal op gelet tijdens het onderzoek. De rupsen van deze vlinder zijn in het voorjaar alleen gevonden in de korte vegetatie na begrazing in de herfst. De vlinders (die van mei tot begin juni vliegen) kiezen speciaal de kortere vegetatie voor de ei-afzet. Op de in het voorjaar en zomer begraasde delen is de vegetatie dan vrij hoog en lijkt te worden gemeden, maar door de fasering zijn er steeds geschikte korte plekken te vinden. De beheerders van de terreinen – Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Limburgs Landschap – gaan de komende jaren verder om het gefaseerd beweiden tot een succes te maken!

Het onderzoek is gefinancierd door het programma Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) en uitgevoerd door Stichting Bargerveen, De Vlinderstichting, Natuurbalans, B-WARE en Alterra. Het rapport is hier te downloaden.

beheer BruinDikkopje kalkgraslanden Stikstof Veldparelmoervlinder