dinsdag 8 maart 2022
Stropen heeft een negatieve klank: het illegaal weghalen van soorten uit de natuur. Maar als vlinderaars deze term gebruiken is dat veel minder negatief. Stropen is het aanbrengen van een zoete stof op bomen of andere stevige elementen om zo te onderzoeken welke nachtvlinders er in de buurt aanwezig zijn.
Er zijn twee veelgebruikte methoden om te onderzoeken welke nachtvlinders ergens voorkomen: met een felle lamp voor een laken of op een nachtvlinderval en stropen, ook wel smeren genoemd. Dat laatste werkt niet op alle momenten in het jaar even goed. Nu, in het vroege voorjaar, als er nog maar weinig bloemen bloeien, is het een prima manier om een aantal voorjaarsuilen te zien te krijgen. Bedenk wel dat het niet altijd prijs is. Er spelen veel facetten een rol, maar heb je een keer niets, probeer het dan gewoon een paar dagen later nog eens. Het beste is als de nachten niet te koud zijn, dus in ieder geval boven de vijf graden.
Stropen doe je rond zonsondergang. Vanaf een uur daarna kun je de plekken controleren of er nachtvlinders op zijn afgekomen. Je moet je daarbij rustig gedragen en voorzichtig, van enige afstand, de plekken beschijnen met een zaklamp. Zeker als vlinders er nog maar net op zitten zijn ze snel verstoord en laten ze zich vallen of vliegen weg. Als ze er wat langer op zitten zijn ze makkelijker te benaderen en dan kun je ze vaak ook goed fotograferen. Er zijn heel veel verschillende stropen en veel werken prima, als ze maar lekker zoet zijn. Er zijn prachtige recepten in omloop met allerlei ingrediënten. Veel nachtvlinderaars hebben ook ‘eigen’ geheime toevoegingen en er lekker mee experimenteren kan geen kwaad.
Als je van snel en simpel houdt kun je ook gewoon flink wat (poeder)suiker oplossen in rode wijn. Dat hoeft geen Grand Cru te zijn, een goedkope slobberwijn werkt ook prima. De wijn met suiker kun je met een plantenspuit op de bomen spuiten. Dat hoeven geen vierkante meters te zijn, kleine plekjes zijn al voldoende. Als nu gaat smeren kun je nog winteruilen verwachten, zoals de zwartvlekwinteruil, wachtervlinder en bosbesuil. Nu verschijnen ook de echte voorjaarsuilen. De dennenuil zie je lang niet overal in het land, want deze is gebonden aan de hogere zandgronden. Het is een bont gekleurde uil waarvan de herkenning niet zo moeilijk is. Ook de nunvlinder is onmiskenbaar, met een grote gebogen zwarte vlek in de vleugels.
De vijf andere voorjaarsuilen zijn wat lastiger. Binnen een soort bestaat ook nog variatie en dat maakt herkenning niet altijd even gemakkelijk. De dubbelstipvoorjaarsuil is ook wel variabel van kleur, maar de twee duidelijke zwarte vlekjes, waaraan de soort de naam te danken heeft, zijn altijd aanwezig. Voor de andere voorjaarsuilen kijk je vooral naar de grootte, en de vorm, grootte en kleur van de zogenaamde uilvlekken. Al die uilen hebben een niervlek, die vaak ovaal tot niervormig is, en een kleinere ronde ringvlek. Bij de tweestreepvoorjaarsuil, die redelijk verspreid over het land voorkomt, zijn deze groot en lichtomrand. De kleine voorjaarsuil heeft een opvallend smalle niervlek. Zo zijn er een aantal kenmerken waardoor de voorjaarsuilen uit elkaar te houden zijn.
Nu de keuken in voor de voorjaarsuilen
31-jan-2023
Uilen wakker door hoge temperatuur
28-dec-2022
Het najaar is een goede tijd om te stropen
20-sep-2022
Prachtige motten op smeer
8-aug-2024