maandag 20 mei 2024
Nu we half mei voorbij zijn hebben we een eerste indruk van hoe de voorjaarsvlinders het deden. Vergeleken met vorig jaar waren er duidelijk meer vlinders te zien de afgelopen weken, maar ja, vorig jaar was het voorjaar dan ook bedroevend. Vergeleken met de laatste dertig jaar is dit voorjaar niet bijzonder goed of bijzonder slecht, maar gemiddeld.
Veel tellers in het Meetnet Vlinders tellen hun routes met de app en dat betekent dat de telgegevens direct bij De Vlinderstichting terechtkomen zodra ze worden geüpload. Dat betekent dat we bijna ‘realtime’ kunnen zien of er veel of weinig vlinders van een bepaalde soort actief zijn. Omdat deze routes jaar in, jaar uit, op dezelfde manier worden geteld kunnen we de resultaten nu goed vergelijken met die van de voorgaande jaren. Het gaat hierbij om de ‘ruwe’ data. Pas na het seizoen worden de gegevens gevalideerd en gewogen. Dit gebeurt door het CBS. Maar wel kunnen we al wat eerste indrukken geven.
Hoewel het totaal aantal vlinders redelijk het gemiddelde benaderde, zien we wel bij individuele soorten duidelijke verschillen. Zo was het een prima voorjaar voor dagpauwoog, citroenvlinder, hooibeestje en de koolwitjes. De atalanta had een opvallende piek in april die waarschijnlijk is veroorzaakt door de zuidelijke stroming die we toen een paar dagen hadden. Een deel van de atalanta’s overwintert zuidelijker in Europa en komt met zo’n stroming mee onze kant op. Het oranjetipje was veel aanwezig, en werd zelfs meer gezien in de routes dan het gemiddelde over de laatste dertig jaar, maar de vliegtijd was wel wat korter.
Er waren ook soorten die duidelijk minder aanwezig waren dan gebruikelijk. Het meest duidelijk is dit voor de kleine vos. Deze vlinder, die tot voor kort wijd verbreid en in redelijke aantallen voorkwam, is maar sporadisch gezien in de routes. Dat is niet nieuw, maar dit voorjaar lijkt wel een dieptepunt. Ook boomblauwtje, landkaartje, kleine parelmoervlinder en kleine vuurvlinder waren minder aanwezig, maar dat past in de fluctuaties die alle vlinders hebben. Goede jaren wisselen af met slechte. Vaak zijn weersomstandigheden daar de oorzaak van, maar ook parasieten kunnen hier een rol in spelen. In goede jaren voor de parasiet zijn er minder vlinders. Dit betekent dat in de volgende generatie de parasiet zich minder goed zal voortplanten, wat weer tot herstel van de vlinders kan leiden. De twee houden elkaar in evenwicht. Bij de kleine vos zien we geen fluctuatie, maar een jarenlange achteruitgang.
Het meetnet loopt nog door tot het najaar en we zullen u regelmatig op de hoogte brengen van de actuele situatie.
Eindelijk zijn er weer vlinders!
3-jul-2024
Verdere achteruitgang vlinders
27-mrt-2024
Vinger aan de pols van vlinders en libellen
16-jan-2024
Hoe komt een vlinder de winter door? #4
19-nov-2024