Begin juni-eind juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Ze kunnen overdag worden opgejaagd uit dichte vegetatie.
Rups: april-juni. De rups verpopt zich in de strooisellaag. De soort overwintert als ei.
Barred Straw
Schwefelgelber Haarbüschelspanner
Eulithis pyraliata, Lygris pyraliata, Cidaria pyraliata, Eulithis dotata, Larentia dotata, Cidaria dotata
De wetenschappelijke Genusnaam wijst op een 'mooie steen' (zie toelichting wetenschappelijke naam); agaat is zo'n mooie steen.
Deze agaatspanner is licht geel van kleur.
Eulithis: eulithos is gemaakt van mooie steen; de vlinders zien er aantrekkelijk uit, veelal met geelachtige grondkleur die aan zandsteen doet denken.
pyraliata: pyralis is de schrijwijze waarmee de Pyraliden werden aangeduid. Er is duidelijke gelijkenis maar de uitgang -ata geeft aan dat de auteurs wel degelijk een spanner bedoelden.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 15-18 mm. In rust wordt de achtervleugel helemaal onder de voorvleugel geschoven en is de binnenrand van de achtervleugel omhoog gekruld. De relatief smalle middenband is gewoonlijk niet donkerder dan de rest van de voorvleugel, zodat het eerder lijkt alsof er twee donkerbruine parallelle V-vormige dwarslijnen over de strogele vleugel lopen; verder is er weinig tekening. De golflijn is vaak slechts zichtbaar als een serie min of meer losliggende bruine pijlvormige vlekjes. De franje is egaal bruin en wordt net als de achterrand van de voorvleugel in de richting van het donkere streepje in de vleugelpunt iets donkerder.
De bessentakvlinder (Eulithis mellinata) heeft een geblokte franje en is contrastrijker getekend; de binnen- en de buitenzijde van de middenband lopen niet evenwijdig en het uitsteeksel aan de buitenzijde vertoont een kromming in de richting van de voorrand.
Blauwrandspanner (Plemyria rubiginata), lichte blokspanner (Lobophora halterata) en kleine blokspanner (Pterapherapteryx sexalata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; veel waarnemingen komen uit de duinen. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Spanje, Frankrijk, de Britse eilanden, Midden-Europa naar het oosten tot Mongolië en het Amoergebied; in het noorden bijna tot de poolcirkel, in het zuiden: Italië, de Balkanlanden, Klein-Azië tot de Kaukasus.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Tuinen, struwelen, slootkanten, wegbermen, brede bospaden, bosranden, duinen en ruige graslanden.
Diverse soorten walstro.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting