Eind juni-begin oktober in één generatie. De vlinders vliegen in de schemering vaak rond de waardplant. Ze komen matig op licht en nemen geen voedsel op.
Rups: mei-juli. De rups leeft in een stengel van de waardplant en wisselt tijdens het groeien diverse malen van plant. De verpopping vindt plaats onder in een stevige stengel van de waardplant met de kop naar beneden. De soort overwintert als ei.
Twin-spotted Wainscot
Zweipunkt-Schilfeule
la Nonagrie des marais
rietboorder
Nonagria geminipuncta, Nonagria paludicola, Archanara geminipuncta
De rupsen van de rietboorders leven in rietstengels.
Gestippelde slaat op dezelfde witte vlekjes als waar de Latijnse naam op doelt. Zie ook 'toelichting wetenschappelijke naam'.
In de land- en tuinbouw heet deze vlinder gestippelde rietuil.
geminipuncta: gemini is tweeling en punctum is een vlek, wijzend op de twee witte vlekjes in de niervlek
(Haworth, 1809)
Voorvleugellengte: 11-16 mm. De vrij brede voorvleugel heeft een stompe vleugelpunt en een effen, vaak roodachtig getinte licht- of donkerbruine, soms zwartachtige grondkleur. Hierop bevindt zich een fijne grijsachtige bestuiving die als smalle veeg in het wortelveld begint en zich naar het midden van de vleugel breed wigvormig uitbreidt. In het zoomveld is soms een lichte adering aanwezig. Kenmerkend is de doorgaans krijtwitte donkergerande niervlek die bestaat uit twee afzonderlijke vlekjes; in sommige gevallen zijn deze vlekjes donker gekleurd of bestaat de niervlek uit een enkele smalle donkere vlek. Heel soms is aansluitend aan de witte niervlek een gedeeltelijke witte ader zichtbaar, waardoor een witte L op de vleugel aanwezig lijkt te zijn.
Exemplaren met een donkere niervlek kunnen verward worden met de geelbruine rietboorder (A. dissoluta); bij deze soort is de niervlek echter breder en meestal licht omrand en is een uit zwarte vlekjes bestaande franjelijn zichtbaar. Kleine donkere exemplaren van de moerasplantenboorder (Globia algae) hebben een warmere bruine kleur, een puntigere voorvleugel en smallere donkere veeg; de niervlek is nooit wit.
Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit de westelijke helft van het land. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen zeldzaam, maar wijdverbreid in alle provincies. Lokaal vrij algemeen. In Wallonië zeer zeldzaam en nagenoeg ontbrekend ten zuiden van Samber en Maas.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Europa, noordelijk tot Zuid- en Oost-Engeland, Denemarken, Zuid-Zweden, Zuid-Finland en Estland. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Sardinië, Midden-Italië en Noord-Griekenland. Ook in Voor-Azië van Turkije tot Libanon, Irak en de Kaukasus.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral rietlanden, maar ook slootkanten, rivieroevers en moerassen.
Riet.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting