In Afrika en in het Midden-Oosten vliegt deze soort het hele jaar door in vijf generaties. In Nederland zijn vlinders waargenomen van juni tot in december; dit zijn vrijwel altijd trekkers van de tweede of derde generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering, bezoeken bloemen van nectarplanten zoals kamperfoelie en komen op licht.
Er zijn slechts drie rupsenvondsten bekend uit Nederland. De rups verpopt zich op of in de grond. De soort is niet in staat om in Nederland te overwinteren.
Silver-striped Hawk-moth
Grosser Weinschwärmer
le Sphinx phoenix
grote wijnstokpijlstaart
Chaerocampa celerio, Deilephila celerio
De groepsnaam pijlstaart verwijst naar het bijzondere staartje of pijl op het laatste segment van de rups.
Wilde wingerd is één van de waardplanten van deze pijlstaart.
Chaerocampa celerio (Linnaeus, 1758); Deilephila celerio (Linnaeus, 1758)
Hippotion: Hippotion was een prins die aan de kant van de Grieken meevocht in de Trojaanse oorlog.
celerio: Linnaeus schreef celerio met een hoofdletter en zou dus met een eigen naam te maken hebben. Celerio kan de naam van een Homerische held zijn of van een god zoals Hermes.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 33-35 mm. Het belangrijkste kenmerk van deze pijlstaart is de smalle, gebogen lichte baan met de zilverkleurige randen; deze baan loopt vanaf de binnenrand naar de vleugelpunt en eindigt daar spits. De twee buitenste aders zijn eveneens gedeeltelijk zilverwit gekleurd. Het roze veld op de achtervleugel wordt doorsneden door donkerbruine aders.
Voor uiterlijk rups, zie de foto's hiernaast en in fotoalbum.
Bij de wolfsmelkpijlstaart (Hyles euphorbiae), de walstropijlstaart (H. gallii) en de gestreepte pijlstaart (H. livornica) is de baan over de voorvleugel nooit zilverwit, minder scherp, breder en altijd geelachtig of rozeachtig getint. Tevens ontbreken bij deze drie soorten de donkerbruine aders op het roze veld van de achtervleugel.
Groot avondrood (Deilephila elpenor) en klein avondrood (Deilephila porcellus).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeer zeldzaam. Een trekvlinder waarvan slechts enkele recente waarnemingen bekend zijn; in 2006 is deze soort gezien op de Waddeneilanden Texel en Terschelling. De meest recente waarnemingen (2009, 2013, 2015) komen uit Zeeland.
Zeer zeldzaam. Een trekvlinder die niet jaarlijks wordt waargenomen. 8 waarnemingen in de periode 2009-2013.
De soort is als trekvlinder geclasssicifeerd en daarmee niet opgenomen op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Evenals bij D. nerii strekt het areaal van H. celerio zich uit in Afrika ten noorden en zuiden van de Sahara en op de Canarische eilanden in het westen en via het zuidelijke Middellandse Zeegebied tot Voor-Indië. In West-, Midden- en Noord-Europa komt H. celerio alleen als zeldzame trekker in beeld.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral open gebieden.
Walstro, wilgenroosje, fuchsia, wijnstok, wilde wingerd en zuring.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting