Eind april-half juni en half juli-begin september in twee generaties. De soort is honkvast en vertoont nauwelijks trekgedrag.
Er zijn geen waarnemingen van rupsen in Nederland. Op de vliegplaatsen overwintert de soort als rups.
Berger´s Clouded Yellow
Hufeisenkleeheufalter, Federfühler-Herbstspanner
Jumeaux, Soufré Austral
valse luzernevlinder
Colias australis
Colias: Colias is de naam van het voorgebergte langs de kust van Attica waar een tempel van Aphrodite (Venus) stond. De slag van Salamis werd hier vlakbij uitgevochten.
alfacariensis: alfacariensis is een inwoner van Alfacar, een stad in Zuid-Spanje.
Ribbe, 1905
Voorvleugellengte: 21-27 mm. De voorvleugelpunt is meer afgerond en de donkere tekening minder omvangrijk dan bij de gele luzernevlinder. Ook de zwarte wortelbestuiving is minder uitgebreid. Zij reikt maar net tot in de grote cel. De oranje celvlek op de bovenkant van de achtervleugel is helder oranje en valt goed op. Het mannetje is helder citroengeel. De vlinder rust met dichtgevouwen vleugels.
Zie de gele luzernevlinder en de oranje luzernevlinder.
Een dwaalgast die in de twintigste eeuw negen keer in Nederland is vastgesteld. De dichtstbijzijnde populaties bevinden zich in de Ardennen en in de Eifel.
De zuidelijke luzernevlinder is vrij honkvast maar wordt ook wel eens als zwerver in het zuidelijke deel van Groot-Brittannië waargenomen. Het vermoeden bestaat dat deze Britse exemplaren uit Spanje en Frankrijk afkomstig zijn, terwijl de Nederlandse uit Wallonië of Zuid-Duitsland komen.
De zuidelijke luzernevlinder komt in een groot deel van Europa voor. De dichtstbijzijnde populaties vliegen in de Eifel, in de kalkstreken van Wallonië en in de dalen van de Maas en Sambre.
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Open, schrale (kalk)graslanden met voldoende paardenhoefklaver.
Waardplanten vooral paardenhoefklaver; soms ook bont kroonkruid.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting