Begin juni-eind augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie in september. De vlinders bezoeken vanaf de schemering bloemen zoals akkerdistel. Ze komen op licht en op smeer.
Rups: juli-mei. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een losse cocon in de strooisellaag.
Single Dotted Wave
Braungewinkelter Zwergspanner
la Phalène écussonnée
kruidenspanner
Acidalia dimidiata, Sterrha dimidiata
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners.
Vlek wijst op de donkere vlek vlakbij de binnenrandshoek van de voorvleugel.
Idaea: idaios heeft betrekking op de berg Ida, de uitzichtplaats van waaruit de goden en godinnen de gevechten rond Troje volgden.
dimidiata: dimidio is in tweeën delen. Dit slaat op de tekening die alleen ontwikkeld is in het dorsale deel van de vleugel. Haworth heeft een andere uitleg: deze soort heeft slechts de helft van de afmeting van I. emarginata.
(Hufnagel, 1767)
Voorvleugellengte: 9-11 mm. Een strokleurig witachtige tot grijsachtig lichtbruine stipspanner. De middenstippen zijn altijd goed zichtbaar. De centrale dwarslijnen zijn doorgaans dun en, met uitzondering van de stipjes op de aderen, meestal vaag zichtbaar. De buitenste dwarslijn kan echter, met name op de voorvleugel, juist prominent aanwezig zijn. Heel opvallend daarbij is de dikke stip waarmee deze lijn op de voorrand van de voorvleugel uitkomt. De middelste dwarslijn is diffuus en het meest duidelijk op de achtervleugel. De franjelijn valt op als een serie stippen aan de achterrand van de vleugels. De stipspanner is vooral te herkennen aan de dicht aan elkaar grenzende donkere vlekken nabij de binnenrandhoek op de voorvleugel. Bij scherp getekende exemplaren vormen deze vlekken een opvallende, duidelijk zichtbare halve band in het zoomveld. Bij minder duidelijk getekende exemplaren kan deze tekening echter onopvallend zijn.
Tot 20 mm; slank met dwarsribbeltjes; bleekbruin met over de rug een dubbele, zwartachtige lengtestreep, die naar de staart in een bredere enkelvoudige streep overgaat; op de flanken een rij schuine strepen, soms in een duidelijke pijlvorm; de spiracula bevinden zich op een witachtige lengteplooi met daaronder een rij zwarte vlekjes; kop grijs, licht ingesneden.
Zie de schildstipspanner (I. biselata), de strooiselstipspanner (I. laevigata) en de zuidelijke stipspanner (I. trigeminata).
Paardenbloemspanner (Idaea seriata) en hopdwergspanner (Eupithecia assimilata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; op sommige plaatsen talrijk. RL: niet bedreigd.
Algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van Marokko en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden) tot Rusland; in het noorden tot Midden-Scandinavië, in het zuiden: het Middellandse Zeegebied, Klein-Azië en het Kaspische gebied tot Pamir. Ook in Noord-Amerika (Cowell 1983).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Diverse kruidachtige planten en afgevallen blad.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting