Eind mei-eind juli in één generatie.
Rups: augustus-juni. De rups overwintert één of twee keer en verpopt zich in een cocon die laag in de vegetatie verborgen is.
Five-spot Burnet
Sumpfhornklee-Widderchen
vijf-stippige st.jansvlinder
Sint-jansvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
De vliegtijd begint rond 24 juni, de naamdag van Sint Jan. De vijfvlek-sint-jansvlinder heeft vijf rode vlekken op beide voorvleugels.
Zygaena: zugaina is hamerkophaai. Dat deze naam (later) werd gebruikt voor het genus Zygaena is toeval en heeft niet te maken met de vorm van de antennes. Fabricius hield van woordspelingen en raadseltjes hetgeen het begrijpen van achtergronden van de naamgeving niet duidelijker maakt.
trifolii: Trifolium is meerdere klaversoorten; de waardplant zit daar echter niet bij.
(Esper, 1783)
Voorvleugellengte: 14-19 mm. Een bloeddrupje met vijf rode vlekken, waarvan met name de middelste twee vaak met elkaar verbonden zijn. Is vergeleken met andere bloeddrupjes een trage vlieger.
Tot 22 mm; lijkt zeer sterk op de rups van Z. filipendulae maar heeft een meer blauwachtig groene grondkleur; minder variabel zonder extreem lichte of donkere vormen.
Zie de sint-jansvlinder (Z. filipendulae) en de kleine sint-jansvlinder (Z. viciae).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de drie Zygaena-soorten.
Sint-jansvlinder (Zygaena filipendulae).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij zeldzaam. In Zeeuws-Vlaanderen komt deze soort lokaal veel voor; in de rest van het land is het een ongewone verschijning die af en toe op de zandgronden wordt waargenomen. RL: niet bedreigd.
Vrij zeldzaam en wijdverbreid in Vlaanderen, maar voorkomen versnipperd. Vrij algemeen en sterk toegenomen in de noordelijke helft van Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Wijdverbreid in het westelijke Middellandse Zeegebied met concentraties rond rivieren en andere vochtige gebieden alsook in Noordoost-Tunesië en in Marokko. Binnen Europa: Iberisch schiereiland, Frankrijk, de Kanaaleilanden, Zuid-Engeland, Midden-Europa tot Polen en Tsjechië. Oostelijk tot West-Oekraine. Niet in Scandinavië, de Centrale Alpendelen en Italië. Een geïsoleerde populatie aan de oostkust van Sicilië vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in import.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral kruidenrijke graslanden en bermen.
Gewone rolklaver.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting