maansikkeluil Agrochola lunosa

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt vooral voor in de kuststreek en in het zuiden en het midden van het land; er zijn weinig waarnemingen bekend uit de vier noordoostelijke provincies, maar lijkt zich ook daar uit te breiden. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half augustus-half oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken overrijpe bramen en bloemen van klimop. In het donker worden ze soms rustend aangetroffen op grassen of paaltjes.

Levenscyclus

Rups: oktober-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond. De soort overwintert als jonge rups.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Lunar Underwing

Duitse naam

Mondfleck-Herbsteule

Franse naam

l'Omphaloscélis à lunule , la anthie lunulée

Synoniemen

Ancheloscelis lunosa, Anchoscelis lunosa, Omphaloscelis lunosa

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De 'toelichting wetenschappelijke naam' geeft een goede uitleg van de soortnaam lunosa en dus ook van maansikkeluil.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Agrochola: agros is een veld, de grondkleur en khole is bitterheid, gal, de kleur van gal: groen- of, zoals hier, geelachtig; naar de kleur van een aantal van deze soorten.
lunosa: lunosos is een vorm van luna is de maan, wijzend op de maanvormige discale vlek op de achtervleugel.

Auteursnaam en jaartal

(Haworth, 1809)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-17 mm. De voorvleugel met een kaarsrechte voorrand loopt smal toe maar heeft een stompe vleugelpunt. De grondkleur is variabel en loopt uiteen van zeer licht tot zeer donker bruinachtig grijs, soms met een gele, rode of zwartachtige tint. Zowel de dwarslijnen als de aders zijn licht van kleur en duidelijk zichtbaar. De golflijn bestaat uit een rij duidelijke zwarte stippen en eindigt dicht bij de voorrand via een knik in twee korte zwarte pijlvlekken. Kenmerkend voor deze uil is de donkere halvemaanvormige middenvlek op de witachtige, gevlekte achtervleugel.

Gelijkende soorten vlinder

De variabele herfstuil (A. lychnidis) heeft een effen gelijkmatig grijze achtervleugel en de voorvleugel heeft een spitsere vleugelpunt; de niervlek is over het algemeen smaller en meer gebogen of zelfs geknikt. Tegen de voorrand vertoont de variabele herfstuil vage donkere vlekjes die bij de maansikkeluil ontbreken. Zie in dit bestand van Wim Veraghtert van Natuurpunt.be de verschillen tussen variabele maansikkeluil en variabele herfstuil. Donkere vormen van de maansikkeluil met opvallend bleke aders worden soms verward met de splinterstreep (Naenia typica) of de gelijnde grasuil (Tholera decimalis), die beide groter zijn en een andere vleugeltekening hebben.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Graslanden, weiden, parken en tuinen.

Planten

Diverse grassen.

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie