Begin mei-half augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot begin oktober. De vlinders rusten overdag op een boomstam of paaltje en zijn gemakkelijk op te jagen. De vlinders komen soms in zeer grote aantallen op licht en soms op smeer.
Rups: juli-september. De rups foerageert vooral ´s nachts. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond.
Marbled White Spot
Waldrasen-Grasmotteneulchen
l'Albule
Lithacodia pygarga, Jaspidia pygarga, Erastria pygarga, Protodeltote fasciana, Erastria fasciana, Lithacodia fasciana, Erastria fuscula, Protodeltote pygarga
Marmeruilen hebben een gemarmerde tekening.
Deltote pygarga is donkerder dan D. deceptoria.
pygarga: pugargos is een Libische antilope met een witte stuit. Dit duidt op het witte deel van de voorvleugels dat de anus bedekt als de vleugels gevouwen zijn in rust.
(Hufnagel, 1766)
Voorvleugellengte: 11-12 mm. Deze kleine uil heeft een zwartachtig grijs met bruine voorvleugel, waarop in de binnenrandhoek een kenmerkende grote witachtige vlek ligt. Deze vlek reikt niet tot aan de voorrand van de vleugel en wordt aan de binnenzijde begrensd door een scherpe zwarte rand; aan de buitenzijde ligt een grijsachtig veld, dat wordt doorsneden door de witte golflijn. De grootte van de witte vlek kan enigszins variëren, verder is er weinig variatie.
Tot 20 mm; slank en naar de staart iets versmald; lichaam geel of roodachtig bruin met over de rug een donkere middenstreep en aan weerszijden daarvan een lichte lengtestreep; langs de zwarte spiracula een roodachtige lengtestreep; ronde, bruine kop.
De bonte marmeruil (D. deceptoria) heeft zowel in het zoomveld als in het wortelveld opvallende witte vlekken en maakt daardoor een bontere indruk.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Algemeen in het hele land. Lokaal soms talrijk.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Wijdverbreid in Europa en bekend uit alle Europese landen. Naar het oosten via Klein-Azië, Noord-Iran en Afganistan tot Siberië en Korea.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bosachtige gebieden en grazige heiden.
Diverse grassen, waaronder pijpenstrootje, boskortsteel en ruwe smele.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting