Begin mei-eind september in twee generaties. De vlinders rusten aan de onderzijde van bladeren van bomen en struiken en worden gemakkelijk verstoord. Ze komen goed op licht.
Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups, plat tegen een twijg van de waardplant aangedrukt. In tegenstelling tot de meeste spannerrupsen heeft deze soort één paar naschuivers en twee paar buikpoten.
Light Emerald
Perlglanzspanner
le Céladon , la Perlée
appeltakrupsvlinder, groenwitte spanner, groen- en witbandspanner, parelspanner
Metrocampa margaritata, Metrocampa margaritaria, Campaea margaritata
De rups van deze soort heeft het uiterlijk van een boomtakje. Appeltak was een reeds bestaande naam. Waarom juist het takje van een appelboom bij deze soort werd gekozen is niet geheel duidelijk.
In de tuinbouw bekend onder de naam appeltakrupsvlinder.
Campaea: kampe is een buiging, een veranderde richting, maar ook een rups. Lamarck vestigt aandacht op beide betekenissen.
margaritata: margarita is een parel, naar de bleke groene kleur.
(Linnaeus, 1761)
Voorvleugellengte: 18-26 mm. Verse vlinders zijn goed herkenbaar door de groene kleur. De groene tint is enkele dagen na het uitkomen echter grotendeels verdwenen en de vlinders zijn dan groenachtig wit of zelfs vrijwel helemaal wit. Over de voorvleugel lopen tamelijk rechte witte dwarslijnen die aan één kant zijn afgezet met een geelgroene lijn. Door de enigszins haakvormige vleugelpunt met het rode vlekje is deze soort goed te onderscheiden van andere groene spanners. Vlinders van de tweede generatie zijn kleiner en donkerder.
Tot 37 mm; vrij dik, versmald naar de kop; onderzijde afgeplat; lichaam varieert in kleur van groenachtig of geelachtig bruin tot purperachtig bruin met langs de onderzijde van de flanken een franje van haarachtige filamenten; segment acht met een paar extra buikpoten; kop grijsachtig bruin met donkerder tekening.
Zie de eikentak (Gerinia honoraria), de tere zomervlinder (Hemistola chrysoprasaria) en de rode dennenspanner (Hylaea fasciaria).
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Zeer algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van Marokko via het Iberisch Schiereiland tot in Rusland; in het zuiden de Balkanlanden, het Zwarte Zeegebied en de Kaukasus, in het noorden tot in Zuid-Scandinavië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral loofbossen; ook struwelen, parken en tuinen.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting