Eind april-begin augustus in één generatie, met een sterke piek tussen begin mei en begin juni. Deze soort vliegt in de regel vroeger dan de meeste andere wespvlinders. De vlinders worden geregeld aangetroffen op bloemen, vooral van bloeiende struiken. De vrouwtjes worden op warme zonnige dagen soms ei-afzettend waargenomen op vers gekapte boomstronken of op beschadigde stammen. De mannetjes zijn in de namiddag te lokken met feromoonpreparaten.
Rups: juli-mei. De rups maakt gangen onder de bast, verpopt zich daar en overwintert in een cocon die gemaakt is van houtspaanders. Let op kleine gaatjes en houtpoeder op de randen van boomstronken, tussen de bast en het houtgedeelte.
Large Red-belted Clearwing
Kleiner Birken-Glasflügler
berkenwespvlinder, mug-glasvlinder
Aegeria culiciformis, Trochilium culiciformis, Sesia culiciformis, Aegeria culiciforme, Trochilium culiciforme, Sesia culiciforme
Het belangrijkste kenmerk van de vlinders binnen de Sesiidae-familie is de doorzichtigheid van de vleugels. Vandaar dat vier soorten binnen deze familie worden aangeduid met glasvlinder.
Berk is een belangrijke (niet de enige) waardplant van deze soort.
Synanthedon: sun is dichtbij en anthedon is de bloemenliefhebber; bedoeld wordt lijkend op een bij. culiciformis: culex is een mug en formis, forma is lijkt op.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 12-14 mm. Een relatief grote wespvlinder die is te herkennen aan de combinatie van één rode band op het achterlijf en de rodebestuiving in het wortelveld van de voorvleugel. Kenmerkend zijn ook de rode palpen. Het dwarsbandje op de voorvleugel is vrij breed en zwart. Het veld in het vleugeluiteinde is relatief smal en bruin van kleur. Op de poten bevinden zich twee crèmekleurige banden. De antennen zijn altijd zwart.
De wilgenwespvlinder (S. formicaeformis) heeft een rode vlek in de voorvleugelpunt. Zie ook de appelglasvlinder (S. myopaeformis).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de genoemde soorten.
Frambozenglasvlinder (Pennisetia hylaeiformis), hoornaarvlinder (Sesia apiformis), gekraagde wespvlinder (Sesia bembeciformis), populierenwespvlinder (Paranthrene tabaniformis), elzenwespvlinder (Synanthedon spheciformis), wilgenwespvlinder (Synanthedon formicaeformis), eikenwespvlinder (Synanthedon vespiformis), appelglasvlinder (Synanthedon myopaeformis), bessenglasvlinder (Synanthedon tipuliformis), klaverwespvlinder (Bembecia ichneumoniformis), wolfsmelkwespvlinder (Chamaesphecia tenthrediniformis) en schijn-wolfsmelkwespvlinder (Chamaesphecia empiformis).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: gevoelig.
Zeldzaam maar wijdverbreid in Vlaanderen, met name op de zandgronden. In Wallonië recente meldingen uit Luik, Luxemburg en Namen. Lokaal vrij algemeen.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Bijna overal in Europa maar niet in Ierland en Portugal. Naar het zuiden tot het Middellandse Zeegebied echter niet in grote delen van Spanje en op de Middellandse Zee-eilanden; in Griekenland en Turkije alleen in het noorden. Naar het noorden tot ver boven de poolcirkel. Naar het oosten in Trans-Kaukasië, Mantsjoerije en Noord-Mongolië. Niet in het Verre Oosten, wel in Noord-Amerika.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral open bossen waar recent gekapt is; ook berken- en elzenstruwelen op heiden en andere open zonnige plaatsen.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting