Begin april-begin augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en zijn overdag gemakkelijk te verstoren van de waardplant.
Rups: juli-augustus. De rups leeft in de bloemknoppen. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.
Haworth's Pug
Waldreben-Blütenspanner
l'Eupithécie de la clématite
Eupithecia isogrammaria, Tephroclystia isogrammaria
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Bosrank, wild en gekweekt, is de waardplant van deze dwergspannersoort.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Haworthiata: A.H. Haworth (1767 - 1833) wordt met deze naam geëerd. Hij was een Britse insectoloog en schrijver van Lepidoptera Britannica.
Doubleday, 1856
Voorvleugellengte: 8-9 mm. De voorvleugel van deze kleine, grijsachtig bruine en zwak getekende Eupithecia-soort heeft een enigszins gebogen voorrand. Kenmerkend is de roodachtige band aan de basis van het achterlijf. De middenstip is hooguit vaag aanwezig en in de binnenrandhoek ligt geen witte vlek; wel is vaak een zwakke golflijn te zien. De buitenste dwarsbanden zijn bij de voorrand licht geknikt.
13-15 mm. Lijf licht grijsachtig groen met een zwartige ruglijn, een onduidelijke donkere subdorsale lijn en een kleine bruine kop. Sommige rupsen hebben een rozeachtige bestuiving.
De hengeldwergspanner (E. plumbeolata) is lichter van kleur en heeft meestal geen golflijn; de enigszins golvende dwarsbanden zijn vaag en weinig geaccentueerd. De voorvleugel van de valeriaandwergspanner (E. valerianata) is meer langgerekt met een scherpere vleugelpunt; de golflijn is wit en in de binnenrandhoek ligt een witte vlek; meestal is een zeer kleine middenstip aanwezig. Zie ook de esdoorndwergspanner (E. inturbata).
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn.
Vrij zeldzaam. Wordt vooral waargenomen in Zuid-Limburg; de populaties kunnen daar soms vrij groot zijn. Verspreid over het land wordt de soort ook af en toe elders waargenomen. RL: bedreigd.
Zeldzaam, maar toegenomen. Wijdverbreid in alle provincies; lokaal vrij algemeen in de Westhoek en Vlaams-Brabant. In Wallonië vrij zeldzaam, maar wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Verbreid in Europa en West-Azië. Van Denemarken en de zuidpunt van Zweden tot de landen bij de Middellandse Zee en van West-Europa tot Klein-Azië en de Kaukasus. Niet in Noorwegen, Finland en de Baltische staten.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bosrank en gekweekte clematissoorten.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting