lariksdwergspanner Eupithecia lariciata

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het hele land voor, vooral op zandgronden; op sommige vliegplaatsen talrijk. Dankzij de aanplant van jeneverbes in veel tuinen breidt deze soort zich steeds verder uit. RL: bedreigd.

Rode lijst

bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half april-half september in twee generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; overdag kunnen ze opgejaagd worden van de takken van de waardplant.

Levenscyclus

Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Larch Pug

Duitse naam

Lärchen-Blütenspanner

Franse naam

l'Eupithécie du mélèze

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
De Europese lork is de belangrijkste waardplant van deze dwergspanner.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Lariciata: Larix decidua is de europese lork, de waardplant van deze soort.

Auteursnaam en jaartal

(Freyer, 1841)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 10-12 mm. De voorvleugel van deze dwergspanner is vrij spits en heeft een duidelijk patroon van vele dwarslijnen. De belangrijkste hiervan is de middelste dwarslijn, die om de vrij kleine middenstip buigt en een haakse hoek maakt. De buitenste lichte dwarsband op de voorvleugel maakt bij de voorrand een vrij scherpe zigzagslinger. Op de bovenkant van het borststuk ligt een wit vlekje, dat echter niet altijd zichtbaar is. Melanistische exemplaren zijn uiterlijk meestal niet van melanistische vormen van andere soorten te onderscheiden; voor een zekere determinatie is in dat geval genitaliënonderzoek nodig.

Kenmerken rups

24-26 mm. Lijf lichtbruin of groen met een donkerder ruglijn, een vage subdorsale lijn en een bleke wit- of geelachtige stigmalijn.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de lindedwergspanner (E. egenaria), de schermbloemdwergspanner (E. tripunctaria), de grijze dwergspanner (E. subfuscata), de duizendbladdwergspanner (E. millefoliata) en de grasklokjesdwergspanner (E. impurata).

Gelijkende soorten rups

Hoekbanddennenspanner (Pennithera firmata), sparspanner (Thera variata), schijn-sparspanner (Thera britannica), naaldboomspanner (Thera obeliscata), jeneverbesspanner (Thera juniperata), streepjesdwergspanner (Eupithecia intricata), dennenspanner (Bupalus piniaria), dennenbandspanner (Pungeleria capreolaria), lariksspanner (Macaria signaria) en gerimpelde spanner (Macaria liturata).
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn. Vergelijk daarnaast ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen en het habitat.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Naaldboomaanplanten, houtsingels, tuinen en parken.

Planten

Europese lork en soms jeneverbes.

Waardplant

Jeneverbes
Juniperus

Lariks
Larix

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

Alle soorten uit deze familie