Half mei-eind augustus in één generatie; heel zelden een tweede generatie. De vlinders kunnen overdag gemakkelijk worden opgejaagd van lage takken van de waardplant. Ze komen op licht.
Rups: juli-september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Small Yellow Wave
Gelbgestreifter Erlenspanner
lÁcidalie jaunâtre , la Flammèche
Hydrelia luteata, Larentia luteata, Cidaria luteata, Acidalia luteata
Deze spanner is klein en zowel de grondkleur als de tekening zijn geel in verschillende tinten.
Hydrelia: hudrelos is waterig. Dit is mogelijk een variatie op Hübner's thema (riviertjes en beekjes) op de vleugels van H. sylvata, de enige soort die Hübner in dit genus onderbracht.
flammeolaria: flammeolus is vlamgekleurd, van de oranjeachtige kleur op de vleugels.
(Hufnagel, 1767)
Voorvleugellengte: 11-13 mm. Een opvallend spannertje met een lichtgele grondkleur, onregelmatige geelachtig bruine dwarslijnen en een kleine maar duidelijke middenstip op de voor- en achtervleugel. Op de voorvleugel zijn de buitenste dwarslijn, de golflijn en de achterrand in het midden vaak met elkaar verbonden door een lichtbruin balkje.
Zie de leverkleurige spanner (Euchoeca nebulata).
Bessentakvlinder (Eulithis mellinata), de jonge rups van de essenspanner (Ennomos fuscantaria) en de jonge rups van het geelblad (Ennomos quercinaria) .
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij algemeen. Komt in bosachtige gebieden verspreid over het land voor. RL: kwetsbaar.
Vrij algemeen. Wijdverbreid in Vlaanderen, maar doorgaans waargenomen in lage aantallen. In Wallonië wijdverbreid in alle provincies.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van Spanje, West- en Midden-Europa inclusief Engeland oostwaarts tot Japan; in het noorden tot in Noord-Scandinavië en in het zuiden van Sicilië tot de Balkan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Loofbossen, struwelen en met struiken begroeide rivieroevers.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting