Begin mei-begin augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken ´s nachts honingdauw; overdag worden ze soms rustend aangetroffen op een eikenstam.
Rups: juni-september. De rupsen zitten vooral in de kruinen van bomen; eerst leven ze in groepen bij elkaar, later solitair. De soort overwintert als pop, soms meerdere jaren, in een stevige cocon in de strooisellaag.
Scarce Merveille du Jour
Seladoneule
l'Avrilière
alpiumuiltje
Diphtera alpium, Daseochaeta alpium, Moma orion, Diphtera orion
De groenuilen hebben groen op de voorvleugels.
Groene vlekken vormen met zwarte tekening deze zeer fraaie vlinder.
Moma: Momus is de god van de spot. Dit werd ingegeven door Trichosea ludifica (Linnaeus, 1758, ludifico is spotten 'simillima Ph. aprilinae), een niet Nederlandse soort die door Hübner in dit genus werd opgenomen.
alpium: alpes, alpium zijn de Alpen of bergen in het algemeen. De plaats van het type-exemplaar is Göteborg, een Zweedse zeehaven. Deze plaatsnaam wordt opgegeven alleen omdat het tijdschrift waarin de publicatie stond, werd uitgegeven in Göteborg. De vlinder zelf kan goed in de bergen meer landinwaarts, zijn gevangen.
(Osbeck, 1778)
Voorvleugellengte: 17-20 mm. De enige groen, zwart en wit gekleurde uil die in de (voor)zomer vliegt. De korstmosgroene voorvleugel heeft een witachtige voorrand en twee witachtige lengtestrepen. De zwarte tekening bestaat ruwweg uit drie dwarsbanden, waarvan die in het wortelveld en die in het zoomveld meestal het sterkst aanwezig zijn. Langs de achterrand bevinden zich twee bruine vlekken.
Zie de diana-uil (Griposia aprilina) en de groene korstmosuil (Nyctobrya muralis).
Vrij algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland, in de duinen van Noord-Holland en op de Waddeneilanden; elders af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.
In Vlaanderen vrij zeldzaam en wijdverbreid in de Kempen; zeldzamer daarbuiten. In Oost- en West-Vlaanderen beperkt tot de noordelijke helft van beide provincies. In Wallonië wijdverbreid en lokaal vrij algemeen ten zuiden van Samber en Maas.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
In nagenoeg heel Europa van Zuid-Spanje, Midden-Italië en Bulgarije in het zuiden tot Zuid-Engeland, Zuid-Zweden, Midden-Finland en de Oeral in het noorden. Naar het oosten dwars door Midden-Azië tot Sachalin, de Koerilen, Korea en Japan. Naar het zuiden tot Noord-Turkije, de Kaukasus en Tien shan (Draudt, 1950).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting