Begin juni-begin augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht en op smeer.
Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups. De rups foerageert ´s nachts en houdt zich overdag verborgen; verpopt zich in een cocon in de grond.
Double Line
Rotbraune Graseule
la Noctuelle turque
Leucania turca
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.
De twee dwarslijnen op de voorvleugels van deze soort zijn kenmerkend.
Mythimna: Mithimna is een stad op het eiland Lesbos. Deze uitleg komt van Treitschke die 'Die Schmetterlinge von Europa' afmaakte na de dood van Ochsenheimer. Sodoffsky (1837) verbeterde de spelling naar Mithimna.
turca: turca is Turks rood, een kleurstof die bereid wordt uit meekrap. Dit verwijst naar de grondkleur van de vlinder.
(Linnaeus, 1761)
Voorvleugellengte: 18-23 mm. Deze grote uil is te herkennen aan de brede warmbruine, soms rossig getinte voorvleugel en de opvallende, brede donkere middelste dwarslijnen. In het middenveld bevindt zich een kenmerkende witte vlek die enigszins doet denken aan een gleuf.
De gekraagde grasuil (M. ferrago) mist de brede donkere middelste dwarslijnen. Verwarring is mogelijk met donkere exemplaren van de drielijnuil (Charanyca trigrammica); deze soort is echter kleiner en heeft geen witte vlek in het middenveld.
Vrij algemeen. Een soort die vrijwel alleen voorkomt in de zuidelijke en de oostelijke helft van het land; vooral in Noord-Brabant. RL: niet bedreigd.
Vrij zeldzaam in de Kempen. Lokaal algemeen. In Wallonië zeer zeldzaam, maar recent gemeld uit Luik, Luxemburg en Namen.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Europa, noordelijk tot Zuid- en West-Engeland, Zuid-Zweden en Zuid-Finland. In het zuiden Noord-Spanje, Zuid-Frankrijk, Corsica, Noord-Italië (opgaven van Sardinië en Midden-Italië moeten nog worden onderzocht) en Noord-Griekenland. Ook via Noord- en Midden-Azië tot Noord-China, Korea en Japan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bosranden, natte heiden en andere vochtige, grazige plaatsen in bosachtige gebieden.
Diverse grassen, waaronder pijpenstrootje en kropaar.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting