Eind september-half november in één generatie. De vlinders worden overdag soms rustend aangetroffen op de waardplant en zijn in het donker vaak gemakkelijk waar te nemen rond de waardplant, waar ze soms in grote aantallen rondvliegen en paren. Ze komen op licht.
Rups: juni-september. De rups verpopt zich vastgesponnen aan de naalden van de waardplant of tussen de afgevallen naalden op de grond. De soort overwintert als ei op de waardplant.
Juniper Carpet
Grauer Wacholder-Nadelholzspanner
la Phalène du genévrier
Larentia juniperata, Cidaria juniperata
De jeneverbes is een van de waardplanten van deze spanner; ook de wetenschappelijke naam verwijst naar deze naaldboomsoort.
Thera: Thera is een eiland in de Egeïsche Zee; verdere uitleg is niet te geven.
juniperata: Juniperus communis, jeneverbes, de voedselplant van de rups
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 11-14 mm. Een fijn getekende, licht bruinachtig grijze spanner. De variabele middenband lijkt opgebouwd uit een serie afzonderlijke vlekken die bij de binnenrand van de vleugel soms los van elkaar liggen. De middenband wordt afgegrensd door zwarte dwarslijnen, die via een witachtige afzetting grenzen aan een lichtere zone en daartegen scherp afsteken. De binnenzijde van de middenband heeft een opvallende scherpe inkeping. In de vleugelpunt ligt een rijtje van drie (soms één of twee) diagonale zwarte streepjes, die soms doorlopen tot aan de middenband. Het vrouwtje is kleiner dan het mannetje en heeft een smallere voorvleugel.
Tot 21 mm; lichaam groen; op de bleek blauwachtig groene rug twee brede, geelachtig witte lengtestrepen; op de flanken een brede, geelachtig witte lengtestreep, die aan de bovenkant met rood is afgezet; poten roze-achtig rood; groene bolronde kop.
De schijn-sparspanner (T. britannica) is iets groter, is niet zo fijn en helder getekend en heeft slechts één kort zwart streepje in de vleugelpunt. Zie ook de sparspanner (T. variata).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen T. juniperata versus T. obeliscata, T. britannica en T. variata.
Hoekbanddennenspanner (Pennithera firmata), sparspanner (Thera variata), schijn-sparspanner (Thera britannica), naaldboomspanner (Thera obeliscata), streepjesdwergspanner (Eupithecia intricata), lariksdwergspanner (Eupithecia lariciata), dennenspanner (Bupalus piniaria), dennenbandspanner (Pungeleria capreolaria), lariksspanner (Macaria signaria) en gerimpelde spanner (Macaria liturata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: kwetsbaar.
Vrij algemeen in Vlaanderen. Wijdverbreid in alle provincies. In Wallonië vrij zeldzaam maar wijdverbreid.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van de Pyreneeën, West- en Midden-Europa, inclusief de Britse eilanden tot Rusland; in het noorden tot Noord-Scandinavië en in het zuiden: Italië en de Kaukasus (niet op de Balkan). Ook bekend uit Noord-Amerika.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Naaldbossen en andere plaatsen met naaldbomen zoals heiden, graslanden, tuinen en parken.
Jeneverbes en andere naaldbomen; in tuinen vaak gekweekte coniferen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting