kalkgraslanddikkopje Spialia sertorius

Familie

dikkopjes (HESPERIIDAE)

Zeldzaamheid

Het kalkgraslanddikkopje is als standvlinder uit Nederland verdwenen; kwam in de twintigste eeuw voor in Zuid-Limburg. De dichtstbijzijnde populatie bevindt zich op het Belgische deel van de Sint-Pietersberg. In 1996, 2010 en 2021 werd de soort waargenomen in Zuid-Limburg, vermoedelijk zwervers uit het buitenland.

Rode lijst

verdwenen

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Meestal één generatie van half mei-eind juni, soms een kleine tweede generatie in augustus.

Levenscyclus

Rups: begin juni-begin mei. De eieren worden afzonderlijk afgezet op de bloemdekblaadjes van de vrouwelijke bloemen. De soort overwintert als volgroeide rups in de strooisellaag.

De eitjes worden afgezet op de bloemdekblaadjes van de vrouwelijke bloemen. Op de onderste, mannelijke bloemen, worden geen eitjes afgezet. Meestal deponeert het vrouwtje de eitjes op planten met een korte bloeistengel die in een lage kruidenrijke vegetatie groeien.
De rupsen leven bij de vruchtjes. De volwassen rups overwintert tussen losjes bijeengesponnen bladeren in de strooisellaag.
Al begin mei verschijnen de vlinders, die nectar drinken van verschillende kruiden. Het aantal individuen op de vliegplaatsen kan hoog zijn, circa 64 individuen per hectare.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Red Underwing Skipper

Duitse naam

Wiesenknopf-Puzzlefalter, Roter Würfel-Dickkopffalter

Franse naam

Le Roussâtre

Oud Nederlandse naam

pimperneldikkopje

Synoniemen

Powellia sertorius, Spialia sao, Spialia sertoria, Syrichtus sao, Hesperia sao, Spialia hibiscae

Meer

Auteursnaam en jaartal

(Hoffmannsegg, 1804)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: circa 11 mm. Verse exemplaren van dit kleine dikkopje zijn te herkennen aan de steenrode onderkant van de achtervleugels. Op de bovenkant van de voorvleugel bevindt zich een geordende rij witte vlekken. De grote lichte vlek langs de binnenrand van de onderkant van de achtervleugel wordt door een donkere ader in twee delen gesplitst. De grote lichte vlek staat niet in één rij met de andere vlekken.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de aardbeivlinder.

Gelijkende soorten vlinder

Bescherming

Wet natuurbescherming

Deze vlinder is beschermd in het kader van de Wet natuurbescherming.

Concrete bedreiging

De oorzaak van het verdwijnen van deze soort is drieërlei. In een aantal gevallen is de soort verdwenen door het uitblijven van beheer in kalkgraslanden. Daardoor verruigden en verbosten deze terreinen, waardoor de biotoop met de waardplant is verdwenen. Daarnaast werden veel kalkgraslanden te intensief begraasd door schapen. Juist in juli leven de rupsen op de waardplant, die bij een (te) hoge dichtheid aan schapen wordt opgegeten. Bovendien waren de kalkgraslanden waarschijnlijk te klein voor het behoud van een zelfstandige, duurzame populatie.

Aanbevolen beheersmaatregel

Voor het kalkgraslanddikkopje is het gewenst dat de nu beboste kalkgraslanden weer open worden gekapt. Het beheer zou moeten bestaan uit een gefaseerd maairegiem of extensieve begrazing door schapen. Het areaal kalkgrasland is op dit moment te gering en de bestaande terreinen liggen te geïsoleerd. Uitbreiding van het oppervlak is dan ook dringend gewenst. Een mogelijkheid daarvoor zijn de huidige mergelgroeven waarin bij herinrichting kalkgraslanden kunnen worden gecreëerd.
Bovendien moeten er in het Mergelland meer verbindingstroken komen tussen geschikte gebieden, bijvoorbeeld door middel van schrale bloemrijke bermen.

Toekomst
Het kalkgraslanddikkopje zou zich weer in Nederland kunnen vestigen indien er in Zuid-Limburg een groot gebied wordt ontwikkeld met onder andere schraal kruidenrijk kalkgrasland.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Droge, schrale graslanden en kalkgraslanden.

In Nederland werd het kalkgraslanddikkopje hoofdzakelijk gevonden in kalkgraslanden en relatief vaak in mergelgroeven. Alleen omstreeks 1900 is hij ook gevonden in schrale graslanden bij Doetinchem. De vlinder vliegt op plaatsen met een zeer korte en kruidenrijke, open grazige vegetatie. Deze lage vegetatie kan ontstaan door extensieve begrazing of groeien op warme, schrale, vaak stenige bodems. Op de vliegplaatsen moet de kleine pimpernel groeien.

Planten

Waardplant: kleine pimpernel.

Waardplant

Pimpernel
Sanguisorba

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie dikkopjes (HESPERIIDAE)

Alle soorten uit deze familie