Augustus-half september in één generatie.
Rups: najaar- juli. De rups leeft in de waardplant.
Wasserschwaden-Röhrichteule
la Noctuelle à baïonnette
Nonagria nexa
De rupsen van veel uiltjes dringen door in de stengel van planten; ze eten en groeien daar.
Naast liesgras zijn ook andere grassen waardplant van deze soort. Meer over Nederlandse namen www.vlindernet.nl/vlindersalgemeen.php
(Hübner, 1808)
Deze vrij kleine uil is te herkennen aan de opvallende 'boemerang-vormige' witte niervlek, waarvan de binnenste punt naar de vleugelwortel wijst tot voorbij de eveneens witte ringvlek.
Zeer zeldzaam. Deze soort kwam in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw voor in Salland en Midden-Limburg. In 1993 en 1994 zijn nog enkele exemplaren waargenomen in Hasselt en daarna is de liesgrasboorder jarenlang niet meer gezien in Nederland. In 2008 werd echter opnieuw een exemplaar waargenomen in Hasselt, dus het lijkt erop dat zich daar een kleine populatie bevindt. Ook op enkele andere locaties in het land wordt deze soort de laatste jaren af en toe waargenomen.
Deze soort komt niet in België voor.
Zeer lokaal en met grote hiaten in vooral het midden van Europa. Naar het noorden tot Denemarken, Zuid-Zweden en Zuid-Finland. Naar het westen tot Noord- en Midden-Frankrijk en naar het zuiden tot in Zwitserland, Noord-Italië, Oostenrijk en Zuid-Hongarije. Naar het oosten tot de Baltische staten, Polen en het Europese deel van de voormalige Sovjetunie. Geïsoleerde voorkomens in Midden-Italië en op Corsica en Sardinië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vochtige zeggenrijke weilanden en bosschages.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
windeweeskind
Aedia leucomelas
gouden daguil
Synthymia fixa
eenstipgrasuil
Mythimna unipuncta
astermonnik
Cucullia asteris
gevlamde grasuil
Eremobia ochroleuca
heremietuil
Ipimorpha retusa