Eind april-half juli in één generatie; soms een partiële tweede generatie in juli-augustus. De vlinders vliegen overdag bij zonnig weer boven de waardplant en kunnen drinkend op vochtige bodem worden waargenomen.
Rups: juni-oktober. De rups verpopt zich in een licht spinsel tegen takjes van de waardplant. De soort overwintert als pop.
Heidelbeer-Grünspanner
la Phalène perlée
Thalera putata, Nemoria putata, Hemithea putataria
De zomervlinders vliegen in de zomermaanden. De bijzondere vleugelkleur van deze spaansgroene zomervlinder (alleen bij verse exemplaren) is kenmerkend.
Jodis: iodes is als roest. Dit wijst op de snelle achteruitgang van de groene kleur. 'Verzamel geen schatten op aarde die door gedierte en roest worden verteerd'. (Mattheus 6: 19).
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 10-12 mm. De vleugels van verse exemplaren zijn fris groen. De groene kleur vervaagt echter snel en wordt dan geelachtig vaalwit. De enigszins gebogen dwarslijnen zijn scherp getand en grillig.
Zie de melkwitte zomervlinder (J. lactearia) en de smaragdgroene zomervlinder (Chlorissa viridata).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de beide Jodis-soorten.
Smaragdgroene zomervlinder (Chlorissa viridata), geblokte zomervlinder (Thalera fimbrialis), melkwitte zomervlinder (Jodis lactearia), tere zomervlinder (Hemistola chrysoprasaria) en kleine zomervlinder (Hemithea aestivaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij zeldzaam. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland; ook vastgesteld op Terschelling. Op sommige vliegplaatsen is de soort vrij algemeen. RL: kwetsbaar.
Zeldzaam in de Antwerpse en Limburgse Kempen, maar lokaal algemeen. Daarbuiten nagenoeg ontbrekend in Vlaanderen. In Wallonië vrij zeldzaam, maar wijdverbreid in de Ardennen; eveneens lokaal algemeen.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Europa en Azië tot Japan. Grote hiaten in het areaal zoals b.v. niet op het Iberisch Schiereiland, niet op de Britse eilanden en niet op de Balkan. In het noorden tot boven de poolcirkel.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting