taxusspikkelspanner Peribatodes rhomboidaria

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Eind mei-half september in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot half oktober. Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen overdag rustend op boomstammen worden gevonden. De vlinders bezoeken na zonsondergang bloemen van planten zoals akkerdistel en kruiskruid. Ze komen goed en in redelijke aantallen op licht, vooral in dichte bossen.

Levenscyclus

Rups: juli-juni. De soort overwintert als jonge rups op de waardplant en verpopt zich in een cocon op de waardplant of in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Willow Beauty

Duitse naam

Rauten-Rindenspanner

Franse naam

la Boarmie rhomboïdale

Oud Nederlandse naam

taxusmeter

Synoniemen

Cleora rhomboidaria, Boarmia rhomboidaria, Peribatodes gemmaria, Boarmia gemmaria, Cleora gemmaria

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Taxus is overgenomen van dhr. Ter Haar die in zijn boek 'Onze vlinders'(begin vorige eeuw) deze spanner taxismeter noemde.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Peribatodes: peri is rond, rondom en batodes is overwoekerd met doorns, wellicht wordt de habitat bedoeld.
rhomboidaria: rhomboides is een gelijkzijdige viervlak, naar de donkere vlek op de dorsum van de voorvleugel, gevormd door het samenkomen van de mediane en de postmediane lijn.

Auteursnaam en jaartal

(Denis & Schiffermüller, 1775)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 17-24 mm. Een sleutelkenmerk van deze vrij grote, meestal grijze spanner vormt de buitenste dwarslijn op de voorvleugel. Deze dunne lijn maakt vlak bij de voorrand een sterke knik, loopt op de binnenste vleugelhelft min of meer recht en vormt op iedere vleugelader een stip. Een ander opvallend kenmerk is de manier waarop de middelste en buitenste dwarslijn over de voorvleugel lopen; vanaf de voorrand beginnen ze eerst wijd uit elkaar, maar richting de binnenrand komen ze steeds meer naar elkaar toe doordat de buitenste lijn naar binnen buigt. Bij veel andere spikkelspanners lopen deze lijnen niet of veel minder naar elkaar toe. De grondkleur varieert van lichtbruin tot donkergrijs en de donkere tekening varieert sterk. Op de onderzijde van de achtervleugel is de buitenste dwarslijn, indien aanwezig, scherp gehoekt. Op de onderzijde van de voorvleugel bevindt zich een opvallende bleke vlek in de vleugelpunt. Exemplaren van de tweede generatie zijn kleiner. Het mannetje heeft geveerde antennen die spits toelopen; de kleine veertjes eindigen 2 mm voor het uiteinde.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lichaam varieert in kleur van grijsachtig bruin tot roodachtig bruin, soms geelachtig bruin gespikkeld en met donkere vlekken op de rug, die soms een rij van ruitvormige vlekken vormen; kop bruin.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de geveerde spikkelspanner (P. secundaria), de gevlekte spikkelspanner (Alcis deversata), de satijnen spikkelspanner (Deileptenia ribeata), de variabele spikkelspanner (Alcis repandata) en de grote spikkelspanner (Hypomecis roboraria).

Gelijkende soorten rups

Variabele spikkelspanner (Alcis repandata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Bossen, struwelen, parken en tuinen; ook in stedelijke omgeving.

Planten

Diverse bomen en planten, waaronder klimop, bosrank, kamperfoelie en brem.

Waardplant

Clematis
Clematis

Brem
Cytisus

Klimop
Hedera

Kamperfoelie
Lonicera

Appel
Malus

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

Alle soorten uit deze familie