Handleiding meetnet nachtvlinders

Inleiding

Hoe gaat het met de nachtvlinders in Nederland? Gaat het op de kleigrond beter dan op zandgronden? Wat voor impact heeft stikstof en klimaatverandering op nachtvlinders? Dit zijn vragen die leven en die we (deels op den duur) hopen te kunnen beantwoorden met het meetnet nachtvlinders. Op duizenden plekken in Nederland worden op gestandaardiseerde manier nachtvlinders gevangen en ingevoerd in het meetnet. Wilt u hieraan bijdragen?

Meetpunt aanmaken

De plaats waar het meetpunt komt, bepaal je zelf. Als de locatie eenmaal gekozen is, ligt het meetpunt inclusief de lamp vast. Er kan veel verschil zijn tussen de soorten nachtvlinders die worden gevangen op een kleine locatie, en daarom dient de val altijd op dezelfde plek te worden neergezet binnen een denkbeeldig vierkant van 2x2 meter. Wil je het meetpunt verplaatsen buiten dat denkbeeldige vierkant, dan wordt het een nieuw meetpunt. Ook als je op dezelfde plek wilt vangen met een andere lamp dan wordt dit een ander meetpunt.

Het meetpunt kan je (nog) niet zelf aanmaken in ons systeem. Geef aan meetnet@vlinderstichting.nl door: coördinaten en naam van je meetpunt en soort val en soort lamp(en) dat je gebruikt of gebruik het formulier op deze pagina. Als je een LedEmmer koopt maak je een meetpunt aan via het formulier dat je invult voor de aanschaf van een LedEmmer.

Belangrijk bij het kiezen van een meetpunt:

  • Als je de val op een plek wilt neerzetten die niet in eigendom is van jezelf, vraag dan toestemming aan de eigenaar van het gebied. Als je in een natuurgebied gaat staan, is een vergunning nodig. Via de verspreidingsatlas kan je van veel natuurgebieden de beheerder en diens contactgegevens vinden.
  • Houd rekening met buren en informeer of zij er last van hebben (alleen van toepassing bij de sterkere lampen).
  • Meer meetpunten bij elkaar in de buurt is mogelijk. Maak dan wel voor elke val een nieuw meetpunt aan. Plaats de vallen in een open omgeving minstens 100 meter uit elkaar en in een bosrijke omgeving, of bij een bomenrij minstens 60 meter uit elkaar.

Hoe vang je voor het meetnet?

Gebruik voor je meetpunt elke keer dezelfde val en lamp. Gebruik voor het meetnet alleen een lichtval, geen smeer of laken. Je kunt een skinnerval kopen of zelf maken, met HPL, ML of Sylvania lamp; je kunt ook bij ons een LedEmmer kopen. Als je daarmee voor het meetnet gaat vangen bespaar je flink in de prijs!

Lees hier meer over de LedEmmers

De val plaatsen

Je zet je val voor zonsondergang zodat de lamp de hele nacht brandt. Sommige vlinders, zoals wortelboorder, vliegen voornamelijk in de avondschemer, terwijl andere juist pas vanaf 3 uur ‘s morgens vliegen. 

  • Tip: probeer de val op een verhoging te plaatsen zodat de lamp verder schijnt, en muizen en mieren niet bij kunnen.
  • Regen? De meeste vallen kunnen best wat regen hebben (behalve de lampen die heet worden), de LedEmmer zeker. Droog ze wel na een vangnacht. Leg een eventuele powerbank in een plastic zak op een baksteen in de LedEmmer, en leg bijvoorbeeld een handdoek opgevouwen onderin.

De val legen

Leeg de val voordat de zon erop komt te schijnen, het liefst zo vroeg mogelijk. Als de zon op de val komt dan warmen de vlinders op en vliegen weg bij het openen van de val. Lukt het niet om meteen alles op naam te brengen of wil je eerst even verder slapen? Zet de val dan dicht en noteer/fotografeer/vang alvast alle vlinders buiten de val. Een strip of tennisbal (bij rond gat) kan helpen om de val dicht te zetten. Of doe alvast een (niet geïmpregneerde) klamboe eroverheen, die kan je ook gebruiken bij het legen*. Probeer alle vlinders op naam te brengen en te tellen. Stop ze eventueel eerst even in potjes zodat je rustig kunt bekijken. Eventueel kan je de potjes even in de koelkast plaatsen. Dan worden ze rustig. Schrijf in ieder geval alle macro nachtvlinders (alle soorten, op aantal) op en voer ze in op meetnet.vlinderstichting.nl. Geef aan welke je in de val hebt gezien, welke buiten de val. Ken je ze niet allemaal? Zorg dat je in ieder geval van alle onbekende vlinders een foto maakt, maar in het begin is het fijn als we met alle vlinders mee kunnen kijken doordat je een foto bij de waarneming invoert. Als je snel wilt weten wat iets is: gebruik Obsidentify of stuur je foto naar vragen@vlinderstichting.nl, daar zitten enthousiaste vrijwilliger experts die graag vragen beantwoorden over welke soort je hebt gezien.

* Als je een val meteen leegt, ’s morgens vroeg, en je bent snel en handig, is een klamboe niet nodig. Kijk wat voor jou werkt.

Laat de vlinders los als je ze gedetermineerd en gefotografeerd hebt. Niet steeds op dezelfde plek, vogels hebben dat snel door.

Skinnerval. De vlinders worden gedetermineerd met de nachtvlindergids.
Klamboe.

Determineren en invoeren

De makkelijkste manier om nachtvlinders te determineren is met een beeldherkenningsapp zoals Obsidentify of met waarneming.nl op de computer. Bekijk het dan nog even op onze website of in het boek Nachtvlinders van Waring en Townsend. Kom je er echt niet uit? Stuur hem naar vragen@vlinderstichting.nl (met foto). Je kunt hem ook invoeren als macronachtvlinder of micronachtvlinder onbekend, met foto.

  • Invoeren? Dat doe je via Meetnet.vlinderstichting.nl of via de app. Waarnemingen via andere invoerportalen worden niet gebruikt voor de trends.
  • Bij het meetnet telt de dag dat de val is gezet als de vangnacht. Voer die datum dus in bij het meetnet.
  • Het weer is belangrijk voor de aantallen gevangen vlinders. Om het weer te achterhalen halen wij deze gegevens binnen vanuit het KNMI. Optioneel kun je deze zelf invullen als je denkt dat locatie erg afwijkt van de KNMI gegevens.
  • Als er iets belangrijks om je meetpunt heen de verandert zoals een boom die gekapt wordt, kan je dat doorgeven via de opmerkingen bij het meetpunt (tweede scherm, na waarnemingen).
  • Bij "in de val" noteer je alle vlinders die de trechter of de spleet door zijn, en dus ín de val zitten. "Buiten de val" is een stukje wat je altijd hetzelfde telt. Bijvoorbeeld: bovenop de val en aan de zijkanten, eventueel met de tafel erbij of een vast stuk grond of muur. Maar geen struiken erbij, want daarop mis je te snel een vlinder.
  • Hoornaars kunnen tijdens hun verblijf in de val vlinders aanvallen en opeten. Niet van alle vlinders zijn de achtergebleven vleugelresten dan nog te determineren. De aanwezigheid van hoornaars in de val of niet-determineerbare vlinders kan je doorgeven bij de opmerkingen.
  • Sommige soorten lijken erg op elkaar. Maar die kan je gewoon als dubbelsoort/drielingsoort invoeren. Zoals drietand/psi-uil, stofuil of spar/schijnspar/naaldboomspanner. 
Drietand of Psi-uil? foto: Mary van Steeg Drietand of Psi-uil? foto: Mary van Steeg

Microvlinders

Als je de microvlinders ook kent, of ze goed kan fotograferen, kun je optioneel ook deze soorten apart doorgeven. Deze aanpassing kan je zelf doorvoeren onder de instellingen in het meetnet.

Andere insectengroepen

Net zoals bij de microvlinders kun je sinds 2024 optioneel ook enkele andere insectengroepen invoeren indien je die goed kent of goed kunt fotograferen. Het gaat om haften, schietmotten, gaasvliegen, plooivleugelwespen en bladsprietkevers. Moeite met herkenning? Voer de waarnemingen ook in op Waarneming.nl via ObsIdentify of ObsMapp om de beeldherkenningssuggestie te raadplegen. Je kunt je vondsten natuurlijk ook determineren via de entomologische tabel Schietmotten, de soortzoeker Haften van het Laagland, Bruine gaasvliegen en Groene gaasvliegen. De soortgroepen aanzetten kan je zelf via de instellingen in het meetnet doen.

Lege val? Wel invoeren!

Het is voor het meetnet belangrijk om trends te krijgen. Zie je weinig? Dat geeft in principe voor het meetnet niet, het gaat niet om hoeveelheden. Heb je een nacht wel je val geplaatst, maar geen nachtvlinders gezien? Ook dat is voor ons belangrijk om te weten. Wie weet is het wel een teken van het feit dat het daar slecht gaat met de nachtvlinders. Of heeft je gemeente een bestrijdingsmiddel gebruikt. Voer dus ook die nachten in!

Hoe vaak en wanneer?

Je plaatst je val liefst jaarrond eens in de twee weken, vaker mag. Als dat niet helemaal lukt is het geen probleem, en iedereen is wel eens een tijdje met vakantie. In het vroege voorjaar en late najaar vliegen er voornamelijk soorten waarvan de rupsen van bomen en struiken leven. Hier kan je dan wel leuke aantallen vangen, maar in het stedelijk gebied met weinig bomen zullen de aantallen dan laag zijn.

Wanneer?

Je mag de val altijd plaatsen. Heb je beperkte tijd/zin? Probeer dan de beste nacht uit te kiezen. Hoe kies je die uit?

  • Hoe warmer hoe beter: warmer dan 8 graden Celsius (’s winters: deel van de nacht 5),
  • bewolkt of anders niet met al te lichte maan; hoe minder maan er zichtbaar is hoe beter.
  • windkracht 4 of lager,
  • Niet teveel regen (beetje regen is niet erg, afhankelijk van de val).
  • Om de nachtvlinders even rust te geven om voort te planten is het handig om niet élke nacht te vangen.

Belangrijk!

Het meetnet gaat om langdurig op dezelfde manier tellen. Daarmee krijgen we trends. Dus mail het aan meetnet@vlinderstichting.nl: 1) Als je je val meer dan 2 meter verplaatst 2) Als je een andere val gaat gebruiken 3) Als je een andere lamp gebruikt! In al die gevallen moet er een nieuw meetpunt aangemaakt worden.

In de val gevangen nachtvlinders.

Meer leren?

  • Kijk of de vlinder- of insectenwerkgroep in de buurt ook aan nachtvlinders doet, van elkaar leren is wel zo leuk.
  • Sluit je aan bij een Facebookgroep zoals die van het meetnet nachtvlinders: Nachtvlindermonitoring. Of bij een openbare groep zoals Nachtvlinderen.
  • Er zijn goede boeken over nachtvlinders, bijvoorbeeld het boek “Nachtvlinders”van Waring en Townsend.
  • Kijk op onze website bij het overzicht, het Engelse UK moths of het Duitse lepiforum (www.lepiforum.org) en voor microvlinders op microvlinders.nl.
  • Kijk hieronder de Inspiratiesessie nachtvlinders. Of volg de nachtvlindercursus.